»land, die echter geoordeeld had, dat het beter was dat »de landen blevenzoo als die waren. In de verhooren van OijDENB-dRffEyjiLT^ wordt dit niet alleen bevestigd, maar het blijkt tevens uit dezelve, «dat Vaecke ook reeds in 1600 of 1601 met dezen besognes heeft gehad »over de Souvereineteit van Maprits,» en uit de aan- teekeningen van den Pensionaris de Veer dat er op dit punt in Maart 1602, en desgelijks in Maart van het volgende jaar ernstige onderhandelingen plaats had den die ja wel uilgingen van va.v Malderb en vaï db Wèbcke bekende voorstanders van den Prins; doch van welke Oedekbarnf.vei.t zeidedat eigenlijk Vaicke ,om »de gunst, zoo het scheen, te winnen bij Z. Exc.dit voorgeslagen had en het niet te presuméren was, dat Maluebe en vak de Webche op eigene autoriteit alleen »zoo iets zouden voorstellen Als gij u nu hierbij in gedachten roept, welke hooge betrekkingen deze beide lieeren in Zeeland bekleeddendan zult gij tevens een bewijs hebben voor den grooten invloed, dien Vaicke in Zeeland had. Bevreemden kan dit ook niet, daar de Stalen van dit gewest reeds in 1594,toen Yalcke aar zelde om het gezantschap naar Schotland aantencmen er op bleven aandringeu dat hij het zou aanvaarden «uit aanmerking van de importantie dier legatie, en »de gaven, daer Godt hem mede had voorzien.» Bit laatstgezegde zou mij bijna verleiden om ook proe ven te geven, ten bewijze dat Zeelands Staten den man

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1845 | | pagina 215