'VM/lil/li'WVl'VWWli'WVl.VM/ll 1AV\V\V\W wv\ 1,1 BRIEF VAN TWEE AFGESTORVENE KINDEREN AAN HUNNE ACHTERGEBLEVENE OUDERS Dierbare Ouders! Het is ons vergund aan nl. te schrijven. De engelen, die uit den Hemel nederdalen eu weder tot denzelven opklimmen, hebben uwe tranen gezien en geteld. Wij werden in onze zaligheid daardoor gedrukten baden dat God u mogt troosten, toeu onze engelen ons de toe stemming garen, om aan u te schrijven. Ach! konden wij u zeggenhoe zalig uwe Fbedebjka hoe zalig uwe JFilhezmiita is! Maar de taal des Hemels, welke wij spreken, verstaat gijl. niet, en uw taal heeft geene woorden om onze zaligheid uit te drukken. Beste vader gij die ons met eeno teerheid bemindetals weinige vaders dit doenzoo als onze engelen zelve zeggenzij die er zich nog over verheugen wanneer zij ons aan de liemel- sche taal doen denkon waarin gij ons God en den Ver losser leerdet kennen. Beste vader, uwe Feederika ziet u nog zoo in gedachten voor zich als toen gij met haar als in den dood gingt. Zij wist wel niet regt, wat

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1845 | | pagina 231