«32 Hem le schenken, hij vast en bidt. fVelligtzeide hij want engelen weten niet eerderwat God doen wilvóór dat zij tot volvoering zijner geboden worden heengezon den; maar ik zag fFizirEzmirA's engel, (elk mcnsch heeft van onzen goeden Vader eenen beschermengel ont vangen en alle kindertjes ook), ik zag Mira's engel zoo spoedig op de aarde nederdalen als engelen dit doen, wanneer zij de zielen uit ons vaderland in die hemelsche wereld overbrengen. 0, dierbare vader, toen was uwe Frererika zoo zalig, Ik kan niet zeggen hoe lang het duurde, eer mijne lieve Misa kwam. "Want hier wisselen geene dagen en nachten, hier is een eeuwige dag. 0 vader, ik was zoo opgetogen, als de engelen ons van God, van den Heiland van den Kinder vriend spraken, dien wij weldra zien zouden! zij leer den ons zoo vele gezaligde kindertjes kennen, die met ons gezamentlijk tot het aanschouwen van den Verlosser werden opgeleid! 0, beste vader, hoe veel meer zeiden de engelen ons, dan gij ons zeggen kondt. En, o, hoe veel sneller konden wij alles bevatten dan toen onze zielen in onze sterfelijke ligchamen verblijf hielden. Wij zaten in eone der hemelsche lustprielen en hoor den naar de gesprekken onzer engelen over de liefde van den Heiland tot de menschen en de openbaring van de zaligheid welke zij weldra in do aanschouwing zijner heerlijkheid genieten zouden, toen uw kindjemijn zusje door haren engel in ecne der hemelsche lustpriëelen ge voerd werd. Wij ijlden haar te gemoelen, zoo als wij

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1845 | | pagina 234