142
gedachten hoe zij de wereldsche goederen in opzigt
tot den dood, aangemerkt hebben, dan moet ik mij
diep over die Christenen schamen die hieromtrent een
volledig onderligt erlangd, en met oneindig krachtiger
beweeggronden ondersteund worden, om de ijdelheid
van de dingen dezer wereld te erkennenen datwat
hen voor de eeuwigheid gelukkig maakttot hun hoogste
doel te stellen; doch die, des niet te min in een Chris
telijk kleed weinig meerdan een heidensch hart bezitten.
Ik herinner mij eene plaats uit Platodie zóó schoon
is, dat, wanneer vele Christenen hunne gedachten on
bewimpeld over de waarde der tijdelijke goederen ter
nedersteldenen deze vergeleken werden met die der
Ileidensche SYijsgeeren; men niet wetende, wie beide
geschreven hadden de denkbeelden der Heidenen aan
de Christenen, en die van dezen aan de Heidenen zou
toeschrijven.
Die plaats uit Plato is te vinden in één van zijne ge
sprekken onder den naam van Gorgias. Socrates voert
daarin het woord, en geeft aan zijne vrienden onderligt
omtrent den oorsprong des gerigls over de zielen naden
dood, en luidt aldus:
Jupiter, Neptunusen Pluto hadden het rijk hunnes
Vaders Saturnus onder eikanderen verdeeld. Onder de
regering des laatstgenoemden was de verordening ge
maakt, die nog door alle de Goden werd nageleefd dal