144 hunnen dood voor het gerigt verschijnen. De regtcrinoet onbekend en geen tan de levenden zijn,opdat hij enkel met zijne ziel de ziel des gestorvenen wien geene aan verwanten meer mogen omringen, en alle voorregteu op de wereld moet achtergelaten hebben naar haren waren toestand bcbordeelen en ten eenemalo onpartijdig rigten kunne. Daar ik dit alles nu overwogen heb zoo heb ik mijne eigene Zonen tot Regters benoemd: twee uit Azie, te welen, Minos en Rhadamanlusen één' uit Europa Aeacus. Deze zullen voortaan na der menschen dood, op een weiland, en wel aan het oord welks eene weg naar het land der zaligen en de andere naar den Tartarus leidtgerigte houden Rhadamantue over de inwoners van Azieen Meücus over de Europeanen. Doch Minos zal uitspraak doen, wanneer één' hunner de zaak niet klaar genoeg voorkomt, opdat den doode zonder krenking der geregtigheid, de weg gewezen worde, dien hij gaan moet.» Na dit verhaal zeide Socrates tot Callicles wanneer de ziel van het ligchaam gescheiden wordt, wordt het kleed waarmede zij bedekt was weggenomen. Hare gan- sche natuur, hare hartstogtenneigingen, driften en werkzaamheden zijn dan duidelijk zigtbaar. Dan ziet de Rogter de ziel. zonder te weten, in welk mensch zij gehuisd heeft. Soms heeft hij de ziel van den grooten Koning van Persie, of die cenes anderen Vorst voor zich.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1845 | | pagina 246