6
3,' ten uensien van het eyndt gaende vergesel—
schapt met profaniteijt en godloosheit.
4." alsoo seer wijt verschillende van de borgerlij
ke gilden en collegien der ambaghtenneeringen en
hanteeringen in de steden en derzelver schutlerien en
schutters.
Hij had waarschijnlijk het oog op de zoogenaam
de Rhetor ij k-spetendie op de dorpen werden ver
toond, en die, om derzelver luidruchtigheid, niet zonder
reden door vele leeraren uit dien tijd werden af
gekeurd. Maar, hij nadere ontwikkeling van zijne
stellingendeelt hij ook nopens de gilden die hij
in het 4.e punt genoemd had, het een en ander
mede. 't Gene men, zoo schrijft hij in de steden met
den naem van Gilden noempt.... sijn eijgentlijck
Burgerlijke collegien en geselschappen. Alle de bor
gerlijke gilden van een stadl beslacn uil sulke Bor-
gers, die van een en 't selve hantwerck, ambaght
neeringe en hanteeringe zijn. De wellen, orders',
regiementenprivilegiën die men heeft en onderhout
in de Borgerlijke Gilden sijn al te maal civil en
politigoock beraernptgeslatucerd en gearresteert
door de Politique Overheden. Oock is 't heele oog-
merek van het oprighten der borgerlijke Gilden en
derselver wetten en orders in haer selvcn aengemerkt,
niet anders als tot een borgerlijcke rust, welvoert
en voorspoed dienendeopdat alle trouopreghtig—
heit en gereghtigheid in de neeringen, ambaghten