Baad komen de volgende voor: het Schippersgilde
het Balihersgilde, het Smedengilde, het Kleermakers
gildehet Kramersgildehet Timmerliedengildehet
Brandewijnver hooper sgildehet Schoen- en Gareel
maker sgildehet Chirurgijnsgildehet Beenhou—
dersgilde het Wevers— en Iloedemakers gilde, het
Pannelisdengitdehet Bierdragers- en het Arbei-
dersgilde.
Men zou zich vergissen, indien men meende, dat
de inzage van deze lijst der Hoofdgilden voldoende
zijom zich een denkbeeld te vormen van de ver
schillende takken van Nijverheiddie er voorheen
te Goes gevonden werden. Zulks toch is niet mo
gelijk, tenzij men de verschillende onderafdeelingen
kenne, waaruit deze Hoofdgilden waren zamenge—
steld, als tot welke gewoonlijk lieden behoorden,
die niet weinig uiteenloopende ambachten uitoefenden.
Het lust ons niet, dit van allen op te geven. Ten
voorbeelde strekke alleen het Timmerliedengilde
hetwelk uit de volgende handwerkslieden bestond:
1 immerliedenMetselaars, Kuipers, Mandenmakers,
StoeldraaijersSchrijnwerkers, Wagenmakers, Lei
dekkers, ScheepstimmerliedenBlokenmakers, Steen
houwers, KlompmakersWannemakers en Stroo-
dekkers.
Ook hierin kwam wei eens, als elders, verandering
wanneer men oordeelde dat deze of gene ambachts
lieden gevoegelijker bij een ander Hoofdgilde konden
8