men, om hunne waren den leden van het Gilde te koop aan te bieden. Voor deze diensten ontving hij een Traktement van één Pond Ylaamsch, beneveus tien schellingen Ylaamsch voor elke begrafenisuitgezonderd voor die van hen, die op kosten der beide Armbesturen begraven werden. Voor iedere proeve, waarbij hij tegenwoordig was, werd hem dezelfde som betaald; voor de bekendmaking van gestolen of gemiste goe deren eene schelling Ylaamschten zij hij verschil lende lijsten van die goederen maken moestals wanneer die som, naar gelang van de grootte der lijstenop twaalf of twintig stuivers bepaald was. Eindelijk genoot hij voor de aanzegging van de aankomst van vreemde kooplieden aan de Gilde- broeders twee schellingen Ylaamsch. 1) Voorregten der Gildebrocders, Het eerste en voornaamste van de voorregtt aan het lidmaatschap van het Gilde verbomle was: de vrije uitoefening van het handwerk, waar van hij zijne proeve gedaan had. Dit voorregt was van wijden omvang, aangezien niemand, die geen Gildebroeder was, met hem mogt concurreren. Uit drukkelijk was er bepaalditem soo sal niemant van buiten alhier binnen deser stede comen met ecniger handa iser tinnog silverwerkhoedanig 19 1] Wij hebbeu het een en ander ontleend aan de ordonnantie: van 1789 art 29.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1847 | | pagina 125