geenszins hetzelfde gevoelen aankleeft. Het zou ver metel zijnindien wij ons mengden in eenen strijd waarin beroemde staats-huishoudkundigen als kamp vechters zijn opgetreden. Alleen dit meenen wij veilig te mogen aannemendat de herstelling der gilde inrigting op den voet, waaiop zij vroeger bestaan heeft, noch mogelijk, noch wenschelijk geacht kan worden. De vrijheid van handelvoor zoover dezelve thans be staat, is een te kostbaar kleinooddan dat wij de dagen zouden terug verlangenwaarin zij, met andere boeijen, ook die der Gildewetten torschte. Deil. R, G. H. Römer.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1847 | | pagina 142