derlandsche schepen tot Valkernïsse terugwaardoor men meende Zuid-Beveland beter te kunnen dekken, of, zoo de vijand don koers naar de Ooster-Schelde rigtte; altijd de gelegenheid behield, om hem na te zetten en aan te vallen. Dit laatste geschiedde; hij voer li erg en-op-Zoom voorhij, van waar Prins Frederik Hendrik, die zich met een goed deel van zijn leger naar die vesting bege ven had, hem eenigegewapende sloepen achterna zond, die echter te zwak zouden geweest zijn, om die magt te bestrijden. Doch Hollaer, inmiddels nog eenige versterking van schepen uit Zeeland bekomen hebbende, volgde de Spaansche vloot onmiddelijk op de hielen vereenigde zich met 's Prinsen vooruitgezundene sloepen, haalde de vijandelijke schepen, in den laten avond van den 12 September, nabij bet Slaak in, en is de eerste, die met alle kracht op den vijand aanvalt. De Zeeuwsche kapiteinen Eeuwigrijck en Jan Jacobz Vlieger, benevens Heerde, klampen nu de vijandelijke schepen aan boord. Weldra volgden de overigen dit voorbeeld, en vóór middernacht is het gevecht alge meen. Na eenen heftigen strijd van drie urenwerden vele vijandelijke vaartuigen op het drooge gejaagd, en reeds verklaarde zich de overwinning op onze zijde, toen er een dikke nevel opkwam waardoor het gevecht voor eenige uren gestaakt werd. Maar bij het aanbreken van den dageraad vervolgden 4' SI

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1847 | | pagina 157