Als goud en zilver gaan -Jverloren, En eenmaal de aarde in vlammen staat. Wat op het wisselziek tooneel Der wereld gij u moogt verkiezen, O, zorg dien schat nooit te verliezen! Noem de aarde u arm, dan hebt gij veel. Dat veel het blijve 't deel uws levens! Bij 't zoet, uw beker ingestort, Paar' zich gezondheid, welvaart tevens, Die nooit of schaars verbroken word'. Neem, Lieve, deez' geboortegroet Ten blijk, dat 't minnend vaderharte. Zoo van uw' blijdschap, als uw' smarte, Den weerklank vindt in zijn gemoed. 'k Beveel u aa n in s Hemels hoede, (Wat kan ik, en wat wenscht gij meer-') Tot dat ge, uw pelgrimsreize moede, U zalig voelt bij God, uw Heer! 107

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1847 | | pagina 213