eigenaars zijn" van een smaakvol aangelegden hof hun komt de^ eer der vinding en schikking niet toe. Want, zoo veel ir ontegenzeggelijk waar, dat een man van smaak voor het waarachtig schoone een hart moet bezitten, vatbaar,Ier, om het verhevene der deugd te gevoelenontvankelijker en meer voorbe reid, om haren indruk te doen beklijvenen opmerk zamer op de inspraak der stem des gewetensdan hij, wiens ziel koud en gevoelloos is voor de schoon heid der meesterlijke gewrochten van natuur of kunst. Het bewijs voor de gegrondheid dezer stelling kan ie der zich verschaffen, en daardoor tevens eenen onfaalba- ren maatstaf erlangen voor dekennis, of iemand een man van smaak zij. Wanneer b. v. uw buurman zich als zoodanig aangeeftof er voor bekend staat, onderzoek dan onpartijdig en naar waarheid, of uw buurman trotsch; of hij een verkwister, een eerroover, een dronk aard, een huichelaar, een valsch vriend is? en wanneer gij die vragen bevestigend hoort beantwoordenga er dan vrij op af, dat hij geen man is van een' zuiveren goeden smaak. Doch ik bespeur, dat mijne gedachten, al schrijvende zijn uitgedijd, en ik moet mij alzoo bekorten in de ver dere opsomming der onmiskenbare voordeelen, welke een goede smaak oplevert. Onder vele derzelve behoort ook deze, dat hij ons leert, hoedanig wij eene waarheid vooidragen moeten, om met grond te kunnen verwachten, dat zij niet alleen 127

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1847 | | pagina 233