een vreemdeling het onderwerp van aller gesprekken
het voorwerp der algemeene belangstelling en als de
magneet, die aller gedachten tot zich trekt. Hij vormt
in dedagelijkschegesprekken, als het ware, een' volzin,
waarvan hij Subject, Prcedicuut en Objectalle drie te
gelijk, is. In eene kleine stad is het iets ongewoons
iemand te ontmoeten, dien men niet kent, van wien
men niets weet, niets van zijne afkomst, niets van zijne
lotgevallen, niets van zijn karakter. De menschen toch,
die daar elkander ontmoeten, kennen elkander doorgaans
in al hun doen en laten, van hunne goede en kwade
zijde. Zij weten van elkander, hetgeen zij lofwaardigs
hebben verrigt en hetgeen voor altijd een' vlek op hun
nen naam heeft geworpen. Een vreemdeling is in eene
kleine plaats iets zeldzaams, en wat zeldzaam is, dat
trekt en dat boeit. En na al het genoemde heb ik wel
niet noodig, iets te zeggen van de feestelijke stemmingen
de opgewondenheid der Zierikzeesche ingezetenen, toen
niet éénmaar een groot aantal vreemdelingen voor
eenige dagen in hun midden hunne tabernakelen kwa
men bouwen.
De 8sl° Junij, de eerste dag van het feest, brak aan.
Feestelijk scheen de zon, feestelijk was het aanzien
der stad. Het driekleurig dundoek was bijna overal
uitgestoken. Er ontbraken alleen maar eerepoorten en
kransen aan, om ons in den waan te brengen, dat de
Koning zou komen; want, naden 265tol Augustus 1841,
10
143