bevallige merries, dan vrolijke vaarzen, dan deftige
melkkoeijen dan brutale stieren dan melancholieke
ossen, dan stijve varkens, die werden aangediend,
met veel buigingen en strijkaadjes verwelkomd en
naar hunne plaatsen geleid. Maar ziet gij daar
'nel iets en doet dit uw gevoel niet onaangenaam
aan? Ziet gij die afsluiting wel, die den oninge-
wijden zoo gebiedend toeroept: tot hiertoe en niet
Yerder! Bah! dat zijn Jeelijke dingen, die afslui
tingen. Zij zijn, als het ware, een aanslag op onze
vrijheidzij doen ons den vogel benijden'die daar
hoog in de lucht zweeft en elke afsluiting belacht,
en zeer bedaard uit de boomen al de toebereidse
len zit te bespieden.
Men schijnt het ook begrepen te hebbendat
buitengesloten te wordenniet zeer vermakelijk is,
en daarom ontsloot men den toegang, nadat het
moeijelijke werk der keuring was geschiedvoor
elk, die nog een kwartje rijk was, en werden al-
zoo de oningewijden in staat gesteld, om te zien,
hetgeen er te zien was. Een vreemd schouwspel
al dat vee zoo in rijen en volgens orde geplaatst.
Zij stonden daar als leerlingen die het examen waren
afgenomen. Zij die als de beste en voortreffelijkste
door de examinatoren waren gekroond, waren met
Oranjelint versierd.
Onnavolgbare muzijk, waarop het vee ons vergas
te/ Het was eene heerlijke cantate. Welke treffen-
143