van 2 Augustus 1654gebruikten velen in de Luther- sche kerken in Duitschland het H. Avondmaal, als in doodsgevaar. Toen die «hoogst dreigende en gevaar lijke zons-verduistering" voorbij was, werd van rege ringswege een dankstond uitgeschreven. Hoewel dergelijke angstendank zij der verlichting van onzen leeftijd, thans niet meer gevonden worden, is evenwel het vooroordeelalsof eklipsen de voortee kenen zijn van ongunstig weder, nog niet geheel gewe ken, schoon even ongegrond als de meening, dat zij pest en dure tijden voorspellen. Wij zullen trachten de oorzaak der Eklipsen duidelijk te maken. Wanneer een donker ligchaam door een lichtgevend beschenen wordt, werpt het aan de tegenovergestelde zijde eene schaduw achter zich, en de gedaante dier beschaduwde of verduisterde ruimte hangt blijkbaar af van de gedaante des donkeren ligchaams, en van de onderlinge verhouding tusschen de grootte van hetzelve en die van het lichtgevende. Een kogel nu werpt, gelijk men zonder nadere aanwijzing bevat altijd hoe men hem ook draaije, eene ronde schaduw af. Is het lichtgevende ligchaam even groot als de kogel, dan zal de beschaduwde ruimte de gedaante hebben van eene buiseven dik als de grootste doorsnede van den kogel en het ligchaam dat hem verlichten van on bepaalde lengte. Is het lichtgevende ligchaam kleiner dan de kogel, dan zal de donkere ruimte ook rond UI.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1847 | | pagina 60