S/
t Zwelmpje 20e jaargang nummer 3 4 4 augustus d november 2005 34
TAIG A BOOMKRUIPER CETHIA FAMILIARIS IN VLISSINGEN
Vinddatum:31 oktober 2005
Plaats: Vlissingen, Paul Krugerstraat (centrum)
Al fietsend door het centrum van Vlissingen zag ik op het trottoir een
spartelend hoopje veren. Raamslachtoffer of verkeersslachtoffer? Ik raapte het
vogeltje op. M'n verbazing was groot toen het een 'boomkruipertje' bleek te
zijn. Direct vielen de helder witte onderdelen, grote witte wenkbrauwstreep en
grijs-bruine bovenkant op (foto 1,2 6), kenmerken van een Taigaboomkruiper
maar die Boomkruiper Certia brachydactyla niet uitsluiten. Van de vogel
werden detailfoto's gemaakt.
In het veld is het moeilijk om Boomkruiper en Taigaboomkruiper van elkaar te
onderscheiden. In de hand kunnen onderlinge verschillen worden bekeken en is
determinatie goed mogelijk. Voor de determinatie is gebruik gemaakt van
twee ringershandboeken (Svensson 1992 Speek 1994). Beide handboeken
gebruiken dezelfde kenmerken om Boomkruiper van Taigaboomkruiper te
onderscheiden. Ik heb gekozen voor onderstaande tabel uit Speek (1994).
Verschillen tussen Boomkruiper en Taigaboomkruiper (Speek 1994)
Boomkruiper
Taigaboomkruiper
1de schacht van de
middelste staartpennen
donker grijsbruin
bleekbruin
2. de lichte vlek midden
op de buitenvlag van
de 4e handpen
klein of afwezig
duidelijk zichtbaar
3. de binnenste
handpennen
donkerbruin met een
duidelijke kleine witte
vlek aan de top
bleekbruin met een vage
grote lichte vlek aan de
top
4. meet bij gesloten
vleugel de afstand
tussen de toppen van
de 6e en 7e handpen en
de afstand tussen de
toppen van de 7e en 8e
handpen
de afstand tussen de
toppen van 6 en 7 is
minder dan 2x de
afstand tussen de
toppen 7 en 8
de afstand tussen de
toppen van 6 en 7 is meer
dan 2x de afstand tussen
de toppen 7 en 8
5. de lengte van de
nagel van de
achterteen
minder dan (0,14x de
snavellengte) 5,6 mm
meer dan (0,14x de
snavellengte) 5,6 mm
Toelichting bij tabel:
- De schacht van de middelste staartpennen kwam het meest in de buurt van
bleekbruin en was in elk geval niet donker grijsbruin (foto 4). Kleine
kleurverschillen blijven een moeilijk determinatiekenmerk, zeker omdat de
lichtinval ter plaatse zeer bepalend is.
t Zwelmpje 20 e jaargang nummer 3 d 4 augustus d november 2005
Fafo 4 micidèfefe sfaarfpennerr
'MÉMWT7