't Zwe/mpje 22s jaargang nummer 2 augustus 2007 16 ken, de Baltische staten en in uitzonderlijke gevallen Oost-Engeland (Hagemeijer Blair 1997). In Nederland is de Waterspreeuw een zeldzame, onregelmatige broedvogel en een vrij zeldzame wintergast (van den Berg Bosman 1999). Beide in Europa voorkomende ondersoorten zijn in Nederland gezien. De Zwartbuikwaterspreeuw is een vrij zeldzame wintergast van oktober tot mei. Roodbuikwaterspreeuw is een zeldzame, onregelmatige broedvogel en vrij zeldzame wintergast. Van Walche ren zijn twee waarnemingen bekend: op 31 maart 1984 in een sloot aan de Bachlaan, Vlissingen en op 8 november 1986 in een tuinvijver in Middelburg-Zuid (Walhout Twisk 1998). Deze waarneming is dus het derde gedocumenteerde geval van Walcheren. Omdat ik de vogel slechts vrij kort heb gezien (zonder ver rekijker) was het niet mogelijk om de ondersoort te bepalen. Gezien de plek en de tijd van het jaar mogen we aannemen dat het de Zwartbuikwaterspreeuw betrof. Bronnen - Hagemeijer, E.J.M. Blair, M.J. (eds). 1997. The EBCC atlas of European breed ing birds. Their abundance and distribution. T A D. Poyser, London - van den Berg, A.B. Bosman, C.A.W. 1999. Zeldzame vogels van Nederland. Avifauna van Nederland 1GMB Uitgeverij, Haarlem/ Stichting uitgeverij van de KNNV, Utrecht - Walhout, J. Twisk, F. 1998. Vogels van Walcheren. Stichting Avifauna van Wal cheren, Middelburg Floor Arts, Jan Campertstraat 31, 4361 DD Westkapellefloor.arfs@gmail.com MANNETJE ROOÖMUS OP WALCHEREN Op maandag 28 mei fietste ik samen met mijn vriendin over het fietspad langs de Walcherse weg op weg naar imkerij Poppendomme. Ter hoogte van de afslag Hoogelandseweg hoorde ik de bekende Spotvogel zingen in de tuin van de al even bekende kop-staart-rompboerderij. Al minstens 16 jaar zingt op deze plek een Spotvogel, maar vandaag had hij een nieuwe soort in zijn repertoire opge nomen. Luid en duidelijk hoorde ik de zang van een Roodmus uit het gebladerte komen. Mijn eerste gedachte ging uit naar Spotvogel, ondanks de perfecte imi tatie. Toch maar even stoppen... Toen ik het 'tjewietsie wie tjoe' nog een paar maal hoorde terwijl de Spotvo gel op de achtergrond zong, werd me snel duidelijk dat ik hier toch naar een Roodmus stond te luisteren. Me bewust van de zeldzaamheid hiervan op Wal cheren, heb ik snel mijn fiets neergegooid om op zoek naar de vogel te gaan. Dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan, daar ik geen spiegelreflex en mobiel bij me had. Toch heb ik de vogel goed kunnen horen en wat zangstrofen op kunnen nemen op de videofunctie van mijn digitale cameraatje. Al snel bleek dat ik de vogel niet te zien zou gaan krijgen, want deze hield zich voornamelijk op in de hoge en vooral dichte boomkruinen. En omdat mijn vrien- 't Zwelmpje 22* jaargang nummer 2 augustus 2007 17 din nog steeds op het fietspad stond te wachten, besloot ik om toch maar naar de imkerij door te fietsen. Toen bedacht ik me dat zo'n goede Walcherensoort gemeld moest worden en werd ik me weer bewust van het feit dat mijn mobiel thuis lag. Diep in mijn geheugen gravend kon ik me de huisnummers van Jan Goedbloed en Jan Tuin als enige herinneren. Met de mobiel van mijn vriendin Jan Goedbloed dus gebeld en gelukkig zat Jan Tuin bij hem thuis en konden ze gaan kijken en het nieuws verspreiden. Na een kort en educatief rondje imkerij zijn we maar zo snel mogelijk terug ge fietst, want het zat me toch niet helemaal lekker. Aangekomen op de 'plaats van het delict', stonden Jan, Jan en Mariëlle daar om alle twijfels weg te nemen. Ze hadden de vogel uitstekend gehoord en er ook een glimp van opgevangen. Volgens hen betrof het een jonge man, gezien de afwezigheid van rood op de kop en borst. Dit verklaart ook de wat minder luide en volledige zang vergeleken met een adulte man. De vogel liet zich jammer genoeg steeds slechter horen doordat hij vrij veel verplaatste en door de aanwezigheid van het zeer drukke pinksterverkeer. Gelukkig keerde hij na enige tijd terug op zijn vaste stek in de tuin en liet zich nog de gehele middag en avond luid zingend horen, zodat menig Walcherse voge laar hem kon bijschrijven op zijn Walcheren- en/of lifelist. De vogel hield zich voornamelijk op in hoge bomen aan de rand van de tuin en was goed te benaderen dankzij de toestemming van de vrouw des huizes (al dacht haar man daar anders over). Na Jan en Jan heeft alleen Paul van Tuil nog een glimp van de vogel opgevangen, alleen zag hij een adulte man. Er is nog wat nagediscussieerd over de welbekende tweevogeltheorie en de minder be kende kleurenblindheid van Paul, maar de uitkomst blijft nog steeds een raadsel. We houden het maar op een exemplaar van waarschijnlijk een eerste-zomer man. Na lange tijd was dit eindelijk weer eens een twitchbare, zingende Roodmus op Walcheren. Eerdere gevallen betroffen vaak vogels die kortstondig langs de kust aanwezig waren, al dan niet zingend. Al met al is de Roodmus geen super zeldzaamheid op Walcheren, maar is de soort de laatste jaren een stuk zeldza mer geworden, ook landelijk. Voor mij was het mijn tweede ooit en de eerste voor Walcheren. En vooral een leerzame les om altijd mijn mobiel mee te nemen, of wat meer nummers uit mijn hoofd te leren... Marcel Klootwijk, Noordpoortstraat 15, 4331 RP Middelburg, m_klootwijk@oranje.nl WAARNEMINGEN VAN VOGELS OP WALCHEREN IN DECEMBER 2006 - FEBRUARI 2007 Veel harde winden en veel zeevogels deze winter. Waar Grote Jager normaal gesproken schaars is in januari, waren het er nu tientallen. Verder bleven de Klei ne Alken van november nog erg lang hangen in de Westkapelse kreek en kregen

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2007 | | pagina 38