Aagtekerke, 21 mei 2010. Foto: Corstiaan Beeke Voorjaar Opmerkelijk genoeg was er vóór 2002 slechts één voorjaarsgeval. Op 16 en 17 mei 1985 was een adult vrouwtje Mo- rinelplevier aanwezig op een akker bij Serooskerke. Vanaf 2002 zijn er negen voorjaarswaarnemingen bekend van in totaal 41 vogels. Daarvan waren er 23 ter plaatse (56%). De grootste groepen Morinelplevieren die aan de grond za ten waren 11 ex op 2 mei 2002 langs de Gapingsedreef, Gapinge en 8 ex op 20 mei 2010 langs de Rapenburgseweg, Aagtekerke. De grootste overvliegende voorjaarsgroep bestond uit 8 exemplaren. Deze groep vloog op 4 mei 2005 over het Zandvoortweggebied. De gemiddelde groepsgrootte van voorjaarsvogels is 4,1 In het voorjaar wordt Walcheren redelijk gelijkmatig 'bevogeld'. De waargenomen Morinelplevieren werden dan ook ver spreid over het hele eiland gezien. Na een aantal magere voorjaren was het dit jaar weer goed raak. Pim Wolf ontdekte op Koninginnedag een adult mannetje Morinelplevier langs de Babelweg, tus sen Domburg en Westkapelle. De vogel liet zich vooral in de namiddag en avond tot op enkele meters afstand benaderen en fotograferen. Drie weken later, op 19 mei, vond Rob Sponselee een groepje van drie Morinelplevieren langs de Ra penburg, tussen Meliskerke en Aagte kerke. Marcel Klootwijk was er getuige van hoe deze vogels een dag later korte tijd gezelschap kregen van vijf andere exemplaren, die na een kwartiertje weer wegvlogen. Acht vogels aan de grond is op Walcheren echt heel bijzonder! Toen ondergetekende (net weer thuis en he lemaal kapot na een kampweek met 50 pubers) op vrijdagavond 21 mei besloot toch meteen maar even te gaan kijken, bleken er opeens vier vogels aanwezig te zijn. Hoewel ik niet heel veel tijd had, probeerde ik toch meteen wat foto's te maken. Heel bijzonder (maar ook klas siek) was dat de mooiste van het stel, een volwassen vrouwtje, vanaf een meter of tien rustig naar mij toe kwam lopen, en vervolgens op 3,5 meter afstand gedu rende een volle minuut ging staan roepen (zie foto). Het viertal bleef tot 26 mei, maar op de 27e was de mooiste dame verdwenen. Een dag later was de akker weer leeg. Een dergelijk langdurig verblijf van meerdere vogels in het voorjaar is op Walcheren nog niet eerder vastgesteld. Daarnaast is het natuurlijk heel fascine rend, dat het groepje van drie eerst vijf andere vogels aantrok, en een dag later weer één. Hoe gaat zoiets in z'werk? Het is bekend dat solitaire overtrekkende vogels meer roepen dan vogels die in groepjes vliegen. Zijn de vijf vogels juist bij die ene akker naar beneden gekomen om dat ze daar een Morinelplevier hoorden roepen? Hebben de drie vogels een dag later gereageerd op de roep van een over vliegende Morinelplevier? We zullen het nooit weten.Feit is wel dat de Walcherse club der vogelkundigen enorm genoten heeft van deze prachtige schepsels! 8 'tZwelmpje 25e jaargang, nummer 3, december 2010 35 26 Figuur2: stippenkaart najaarsgevallen (109) Najaar Zoals eerder beschreven werd bijna driekwart van het aantal waargenomen Morinelplevieren op Walcheren in het najaar gezien. Vogels kijken op Walcheren concentreert zich in het najaar met name rondom Westkapelle. Daarnaast wordt telpost de Nolledijk bij Vlissingen al vele najaren regelmatig bemand. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zo'n 80% van het najaarstotaal op deze twee plaatsen in gerealiseerd (zie figuur 2). Verder valt op dat slechts 28 van de 109 najaarsvogels aan de grond werden gezien (26%). De grootste groep aan de grond telde vier vogels (Zandvoortseweg, 25 augustus 2001). Een uitschieter qua aantal over vliegende Morinelplevieren is de groep van 13 ex die op 29 augustus 2008 langs de Nolledijk vloog. Veruit de meeste (46) van de 64 najaarswaarnemingen hebben betrekking op 'losse'vogels. Dit heeft tot gevolg dat de gemiddelde groepsgrootte van najaarsvogels slechts 1,7 is. Iets waar we op Walcheren nog nooit wat van hebben meegekregen is de terugtrek van groepen hoofdzakelijk volwassen vogels in de tweede helft van augustus. Volwassen Morinelplevieren blijken elk jaar eerder en vaak in grotere groepen zuidwaarts te trekken dan juveniele vo gels. In België worden met name de laatste jaren flinke groepen adulte Morinelple vieren aan de grond gezien. De eerste groepen arriveren daar medio augustus, waarna de vogels na twee weken alle maal weer weg zijn. Zo werd dit najaar België op 17 augustus 'overspoeld' met groepjes'morinellen'. Groepen van tiental len vooral volwassen vogels waren geen uitzondering. De grootste groep bestond uit 50 exemplaren (waarvan 46 adulte). Nederland bleek totaal overgeslagen te zijn, op enkele overvliegende vogels en een pleisterende adult na. Het is in België een nu al jaren achtereen terugkerend tafereel, terwijl we er in Nederland hoe genaamd niets van mee krijgen. In Zeeland was er recent alleen in 2006 iets dergelijks zichtbaar. Op 20 augustus ontdekte Mark Hoekstein tussen Colijns- plaat en Kats een groep van 17 volwas sen Morinelplevieren. De dag erna was deze groep nog steeds aanwezig, maar ontdekte René van Loo er nog eens 22 in de Prunje. Op de 22e werden beide groe pen niet meer teruggevonden. Misschien moeten we er toch eens wat uurtjes in gaan stoppen volgend najaar. Het zou toch wel erg leuk zijn, zo'n grote groep op Walcheren. 25e jaargang, nummer 3, december 2010 'tZwelmpje 9

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2010 | | pagina 6