leden voor de ro of vo gelwerkgroep Enthousiaste Sperwer en Buizerd, 1 april 2013 ljuni 17juni I8juni Om een bijdrage te kunnen leveren aan de roofvogelwerkgroep is enthousiasme, maar ook een beetje tijd in het voorjaar en de zomer wei gewenst. En een beginnende vogelaar kan net zoveel resultaten boeken als een ervaren vogelaar op dit gebied. Lees daarvoor onderstaande belevenissen. Al vanaf de eerste les van de nestkarteringscursus in begin februari loop ik nesten in te 'kleuren'. In te 'kleu ren' betekent als je niet over de moderne apparatuur beschikt zoiets als: vijfde boom vanaf het rode paaltje naar links en dan drie bomen naar binnen daar is de nestboom. Fotootje maken van stam en omgeving en dan maar hopen datje de boom weer kunt vinden als het gebladerte daar is. En vooral: geen merkteken. Want hoewel we op Walcheren weinig roofvogelhaters heb ben of kennen, is niets uitgesloten. Toevallig loop ik veel bij de Veerse Kreken, dus daar was ook mijn oefenterrein zolang de cursus mij geen terrein 'toegewezen' had. Al gauw kwam ik er achter dat Angé- lique Belfroid daar al jaren actiefis. Een afspraak is gauw gemaakt. Door omstandigheden overleggen we rond de tafel in plaats van in het werkveld. Grappig is het dan dat als ik zeg "Dat pad noem ik het zilverreigerpad, omdat ik daar ooit in een koude winter, ver voordat ik fanatieker ben gaan vogelen, een dode Kleine Zilverreiger heb gevonden", zij precies weet over welk pad ik het heb. Angélique had hem ook gevonden! Op 1 april, de zonnige paasmaandag na een periode van ijselijke oostenwind op pad. Al meteen cirkelende Buizerds boven hun territorium. En dan: "Weetje dit nest, weetje dat nest?" Nu ja, u begrijpt, meestal Zwarte Kraai. Maar dan: een nest waar we allebei wel 'brood' in zien een verse tak grote kans op Buizerd! Resultaat num mer één. En dan verder: "In dat nest kraai gezien, hier zitten altijd twee Buizerds, waarvan één van de twee een opvallend witte stuit heeft. Die houd ik al jaren in de gaten." Speu rend lopen we verder, redelijk relaxed, want eigenlijk weten we de meeste nesten behoorlijk te zitten. Dan komen we bij een nest dat ik Angélique wil laten zien, omdat het potentie voor een Buizerd heeft. Ik ben nog bezig Angélique uitte leggen hoe ze dat nest kan vin den als Angélique een Buizerd ziet opvliegen van het nest. Bingo! Dan zien we ook de donsveertjes tussen de takken van het nest. We lopen verder en nu is het Angélique die mij een nest wil laten zien dat ik niet ontdekt had en waarvan ze zich afvraagt of het een Sperwernest kan zijn. Zit de Sperwer er gewoon naast en blijft Angélique gewoon aanstaren! Een kadootje, want ze was al jaren op zoek naar een Sperwernest in dit bosje, omdat ze daar regelmatig Sperwer hoort. Wauw, wat een ochtend! Als we dan ook nog de eerste Bruine Kiekendief van het seizoen scoren, hebben we een voldaan gevoel en weer genoten. Joepie, de Sperwer bij het Veerse Meer aan de Klever- kerkse kant is gaan broeden, precies waar ik haar ook bedacht had vanaf het begin van de nestkartering. Ik zag een 'gestreepte' staart uit het nest steken en ben weer snel vertrokken. Mooi resultaat van de cursus, vind ik. Nu maar afwachten. Het Buizerdnest in het gebied met Jan Verjaal (in het ka der van de cursus) heeft drie jongen in plaats van twee. De vleugels en staart zijn al bevederd maar hebben nog wel wat dons ertussen. Kop en poten zijn nog dons, al leen niet meer wit. Er is genoeg te eten, want tijdens het kijken was er geen prooiaanvoer en na een beetje veren poetsen besloot een van de jongen in de 'voorraadkast' te kijken en vrat een muis op. Er is dus voer op het nest, wat niet meteen wordt opgegeten. Vandaag in mijn eigen gebied geweest bij het Veerse Meer aan de Kleverkerkse kant. Deze Buizerd heeft ten minste één jong met al veren op de kop en een klein donspluisje. Het kostte me wel wat moeite om dit met de kijker te constateren. Dat kwam door twee dingen: de oudervogel alarmeerde in eerste instantie heftig en dan duikt het jong onder, en ik had bedacht met dit warme weer in korte broek te gaan, ondanks dat ik weet dat het onverstandig is. Dus na een 'stief' kwartiertje wachten was pa of moe gerustgesteld. Ik stond verdekt opge steld tegen/achter een boom (wat in eerste instantie nog leidde tot enige controlevluchten van pa of moe) en werd ondertussen lek geprikt door de muggen. Maar het wachten werd beloond: ten minste één jong met veren al op de kop (en dus ook op de vleugels en staart, want de kop komt later) keek mij recht in de kijker aan met nog een pluiskuifje op zijn kop. Snavel met een wasneus. En... een muis of iets anders in de voorraadkast op de rand van het nest. 8 't Zwelmpje 28e jaargang, 2013

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2013 | | pagina 8