Beten en peeën Suikerbieten rooien Suikerbieten worden in vrijwel heel Zeeuws-Vlaanderen beten of suukerbeten genoemd. De rest van Zeeland en Goeree-Overflakkee zegt pee of suukerpee. Het woord pee is ook wel bekend in Zeeuws-Vlaanderen (vooral in het Land van Axel), maar daar wordt beet/biet meer gebruikt. Het woord wordt meestal in het meervoud gebruikt, Zeeuwen hebben het dus over (suuker)peeën. In het huidige Nederlands kennen we de vorm peen vooral in de betekenis 'wortel', en dan zelfs heel expliciet de oranjekleurige wortel. De betekenis 'biet' heeft zich wellicht in een ouder stadium uit de betekenis 'geelkleurige/eetbare wortel' ontwikkeld en is in de Zeeuwse, West-Brabantse en Wase dialecten blijven bestaan in die betekenis. De etymologie/ herkomst van het woord pee/peen is onduidelijk. Zeker is wel dat het oorspronkelijk woord pee is, en dat peen een oude meervoudsvorm is die later de enkelvoudsvorm is geweest. Dat is dezelfde evolutie als bij schoen en teen. Ook die vormen zijn eigenlijk de meervoudsvormen van schoe en tee (vergelijk het Engelse shoe en toe), die later in het Nederlands enkelvoud zijn geworden. In het Zeeuwse dialect gebruikt men dus nog de oorspronkelijke enkelvouds vorm in de betekenis 'suikerbiet'. Sommige etymologen vermoeden gelijkenis met het Franse pied, waarbij pee dan eigenlijk gezien wordt als de voet van een plant. Anderen denken dat het afkomstig is van een woord pede, dat oorspronkelijk 'wapenstok, stok met een scherpe punt' kon betekenen. De plant zou dus pee genoemd zijn naar de vorm vanwege het puntige uiteinde. boord van de schepen. Dat gebeurde ook met kruiwagens. Bij de bietenhaventjes vinden we ook de weegbruggen, waar het gewicht van de lading suikerbieten werd bepaald door de wagen tweemaal te wegen: eenmaal met en eenmaal zonder de bieten. Later werden de paarden vervangen door tractoren en kwamen er hijskranen die de bieten in grote netten vanaf de wagen in het scheeps ruim stortten. Elders werden de bieten ook over het spoor vervoerd. Na de Tweede Wereldoorlog werd het transport per vrachtwagen algemeen. Suikerfabrieken Aanvankelijk verkochten de boeren de suikerbieten aan particuliere fabrikanten in onder meer het Belgische Zelzate. Nadat steeds meer boeren grote arealen suiker bieten waren gaan verbouwen, werden aan het eind van de negentiende eeuw in Sas van Gent twee suikerfabrieken opgericht. Inmiddels zijn deze fabrieken gesloten en leveren de Zeeuwse boeren hun bieten aan fabrieken buiten de provincie. Zie voor de suikerfabrieken in Sas van Gent het artikel door Willem van den Broeke op pagina 3. Behalve aan de fabrieken in Sas van Gent leverden Zeeuwse boeren de suikerbieten ook aan fabrieken in West-Brabant. De pulp die bij de suikerproductie overbleef, werd aan de boeren teruggeleverd. Dat was voer voor de koeien. Landarbeidster met peespae op het land omstreeks 1930 (fotograaf onbekend: bron: Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland). In een voormalige suikerloods van de coöperatieve suikerfabriek in Sas van Gent is sinds enkele maanden het Industrieel Museum Zeeland gevestigd (zie pagina 7). Daar wordt het verhaal over de geschiedenis van de Zeeuwse suikerindustrie uitvoerig verteld. Elk najaar wordt in Zeeland de 'Bietentocht' gevaren. Het evenement heeft tot doel de zichtbaarheid en de beleving van de geschiedenis van het suikerbietenvervoer over Zeeuwse wateren in stand te houden. De dag voorafgaand aan de (vierdaagse) zeiltocht worden de deelnemende traditionele platbodems vanaf de sluis Goese Sas met spannen trekpaarden door het kanaal 'gejaagd' naar Wilhelminadorp, het vertrekpunt van de wedstrijd. Zie voor meer informatie www.bietentocht.nl. Het rooien van suikerbieten werd in het Zeeuws met verschillende werkwoorden benoemd. Vrij algemeen is het woord uitdoen (uutdoen) dat in heel Zeeland gebruikt wordt. Een ander werkwoord is steken, peeën steken, dat ook vrij algemeen bekend is. Het leverde zelfs het samengestelde werkwoord peesteken op in enkele plaatsen in Zeeland. Peeën botten wordt op Schouwen-Duiveland, Tholen en Zuid-Bevelandgebruikt als woord voor rooien. Ten slotte kunnen peeën ook gedolven worden (onder andere op de Bevelanden, in het Land van Axel en op Goeree-Overflakkee). Tekening van een peespae (uit: Woordenboek der Zeeuwse dialecten). Zeeuws Erfgoed 1 1 september 2015 03

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2015 | | pagina 11