Walcheren
Zeeuws-Vlaanderen
in de vijftiende/zestiende eeuw. Aardewerkfragmenten of
andere archeologische indicatoren waren niet aanwezig.
Daar het een geïsoleerd spoor betreft is het mogelijk dat
hier een vuurbaken heeft gestaan, dat heeft behoord bij
het in 1530/32 verdronken dorp Oud-Rilland. Volgens de
heer Van Terheijden bevond zich ongeveer 80 meter meer
naar het oosten ook een vergelijkbaar spoor, maar dat is in
de loop van de tijd geheel weggespoeld.
Halfronde fundering in de slikken bij Rilland, gezien in zuidelijke richting.
Vuurbaken bij het verdronken Rilland?
Op 2 juli verrichtte de SCEZ samen met de heer C. van
Terheijden van de Werkgroep Archeologie van de Heem
kundekring 'Halchterth' archeologische waarnemingen op
de slikken bij Rilland, na een vondstmelding van een bijna
halfronde blootgespoelde bakstenen structuur. Het grootste
deel van de oorspronkelijk vermoedelijk ronde structuur
was geërodeerd. Bakstenen in verband gemetseld werden
namelijk niet aangetroffen; met een prikstok kon enkel wat
los baksteenpuin worden aangetoond.
Van het nog intacte deel resteerden nog maar 1 a 3 steen
lagen. De fundering had een breedte van 68 centimeter.
Indien het oorspronkelijk een ronde structuur was, bedroeg
de diameter buitenwerks ongeveer 4,5 a 5 meter.
De voornamelijk rode bakstenen (en enkele gele) hadden
het formaat x 12 x 6,5 centimeter. Het waren alleen
stukken; gave bakstenen zijn niet waargenomen. Gezien
de baksteenformaten kan worden gedacht aan een datering
Collectie Mortiere
De heer J. Visser uit Middelburg schonk op 9 juni een
grote hoeveelheid aardewerkfragmenten met bijbehorende
documentatie aan de SCEZ. Het grootste deel van het
aardewerk heeft hij vanaf 2000 op meerdere plaatsen in
het uitbreidingsplan Mortiere in Middelburg gevonden.
Een andere vindplaats betreft de oever van een watergang
langs de Oude Kleverskerkseweg, tussen Middelburg en
Veere. Een belangrijk deel van het vondstmateriaal uit
de Mortiere dateert uit de Romeinse tijd; een ander deel
uit de middeleeuwen, periode tiende/veertiende eeuw.
Het materiaal van de Oude Kleverskerkseweg is Romeins.
Schijffibula Nieuwvliet
t Op 23 juni meldde de heer Ph. Legrand uit
Oostburg een schijffibula met kruismotief uit de
elfde/twaalfde eeuw (doorsnede 1,8 centimeter).
Hij had deze op een akker gevonden langs de
Sint-Bavodijk bij Nieuwvliet, waar in 2014 diverse
sleuven voor natuurontwikkeling waren gegraven. In een
hoek van de akker had de heer J. de Zwart uit Nieuwvliet
al eerder veel aardewerkfragmenten uit dezelfde tijd
gevonden, zoals Pingsdorf- en Paffrathaardewerk.
Waarschijnlijk kan de fibula in verband worden gebracht
met de vindplaats van dat aardewerk.
Schijffibula uit Nieuwvliet uit de elfde/twaalfde eeuw
Zeeuws Erfgoed 24
Aardewerk uit Hoek
De heer D. Haak uit Hoek schonk op 27 mei een grote
hoeveelheid aardewerkfragmenten aan de SCEZ. Hij had
deze gedurende meerdere jaren verzameld tijdens het
opschonen van de oever van een kreekje bij een voormalige
boerderij (van vóór 1880) langs de Binnendijk te Hoek.
Met medewerking van de AWN is alles gewassen en
gesorteerd, waarmee een beeld is verkregen van de
materiële cultuur van de bewoners van de boerderij uit de
periode zeventiende-negentiende eeuw. Het gevonden
materiaal bestaat voornamelijk uit roodbakkend aardewerk,
waarbij opvalt dat er veel kommen vertegenwoordigd zijn.
Hoek, Binnendijk. Een deel van het aardewerk.
september 2015 03
Stenen voorwerpen Noordzee en Baarland
De heer A. Goetheer uit Ovezande meldde op 22 juni
meerdere (vuur)stenen voorwerpen bij de SCEZ. Twee
vuurstenen afslagen en een mogelijk zandstenen bijltje
waren afkomstig van de Steenbanken in de Noordzee. Een
van de afslagen dateert vermoedelijk uit de oude steentijd,
de tijd van de Neanderthalers, meer dan 40.000 jaar
geleden. De andere twee voorwerpen zijn jonger, maar
daarvan is de datering niet bekend.
Op het strandje bij Baarland had de heer Goetheer twee
vuurstenen afslagen gevonden: een doorboord steentje en
een dito botfragment. De ouderdom
van deze vondsten is niet bekend,
maar waarschijnlijk dateren ze uit
de latere fasen van de steentijd.
Het opgespoten zand waarin hij
de voorwerpen aantrof, was
afkomstig uit de Westerschelde,
tussen Hansweert en
Walsoorden.
Vuurstenen afslag uit de Noordzee
(oude steentijd).