78. Teellinck, Balsem Gileads, 209. 79. Teellinck, Balsem Gileads, 220. 80. Vgl. K. Thomas, Religion and the Decline of Magic; studies in popular beliefs in six teenth and seventeenth century England, London, 1971. 81. Een goed, hoewel enigszins verouderd overzicht geeft A. Meyer, Wesen und Ge- schichte der Theorie vom Mikro- und Makrokosmos, Bern, 1900. 82. Over de medische anthropologic in het boek Adam Rechtschapen, Wanschapen, Her schapen hoop ik elders uitvoeriger te schrijven. De medische visie staat uiteraard niet los van de theologische anthropologic, zoals beschreven door S. van der Linde, 'De anthropologic der nadere reformatie', in Waarheid, Wijsheid en Leven; een bundel studies opgedragen aan Prof. Dr. J. Severijn (Kampen, 1956), 63-74. Vgl. ook F. Bot- tomley, Attitudes to the body in Western Christendom, London, 1979. 83. Teellinck, Den Spieghel der Zedicheyt, 65; Udemans, De Ladder Jacobs, 34, en idem, Christelijcke Bedenckingen, 7. 84. Udemans, Een Saligh Nieuwe-Iaer, 140-141. 85. Udemans, Een Saligh Nieuwe-Iaer, 143-144. Hetzelfde thema behandelde Udemans in zijn Practycke zonder gebruik te maken van de metafoor van de menselijke ana tomie. 86. Het meest uitvoerige overzicht over de verspreiding van Harvey's theorie is nog altijd van A.H. Israels en C.E. Daniëls, De verdiensten der Hollandsche geleerden ten op zichte van Harvey's leer van den bloedsomloop, Utrecht, 1883. Voor de recente litera tuur zie M. J. van Lieburg. 'The early reception of Harvey's theory on bloodcirculati- on in the Netherlands', in Actes XXVlIlme Congrès International d'Histoire de la Médecine (Asnière, 1983), vol. 2, 102-105. 87. Vgl. G. Groenhuis, De Predikanten; de sociale positie van de gereformeerde predi kanten in de Republiek der Verenigde Nederlanden voor ca. 1700 (Groningen, 1977), 179. 88. Zie voor de synodebesluiten bijvoorbeeld G.H. Kersten, Kerkelijk Handboekje (Rotterdam, 1937), 171 en voor de theologische opleiding P.C. Molhuysen, Bronnen tot de geschiedenis der Leidsche Universiteit, Tweede deel ('s-Gravenhage, 1916), 62: 'Alsoo veele dachten comen dat op versceyden plaetsen de predicanten sich begin nen te vermengen met de exercitie der medicinen 89. Zie voor het bronnenmateriaal M.J. van Lieburg, 'Die medizinische Versorgung einer Stadtbevölkerung im 17. Jahrhundert; die Quellen- und Forschungssituation fiir Rotterdam', in W. Eckart en J. Geyer-Kordesch (red.), Heilberufe und Kranke im 17. und 18. Jahrhundert (Tecklenburg, 1982), 29-48. 90. Udemans, Christelijcke Bedenckingen, 55-57. 91Verwezen wordt naar de geschiedenis van de bloedvloeiende vrouw in Marcus 5:26, die 'van vele medicijnmeesters' had geleden. 92. Verwezen wordt naar de passage in Jacobus 5:14, waarover het ziekenpastoraat van de oudsten (ouderlingen) wordt gesproken. 93. Zie de geschiedenis in 2 Kronieken 16:12. 94. Teellinck, Nieuwe Historie, 65. 95. G.C. Udemans, De Laetste Basuyne, Dat is, Ghetrouwen waerschouwinghe onses Heeren Jesu Christi, aengaende des Menschen Uiterste tot ontnuchteringe van onse Eeuwe toe-gepast (Dordrecht, Frangois Boels, 1635), 576-617. 96. Udemans ,'t Geestelyck Roer, 156-159. 97. Zie M. W.L. van Alphen, 'Naamlijsten van Hervormde Predikanten in de gemeenten der provincie Zeeland, sedert de Reformatie tot Heden', in Van Alphens Nieuw Ker kelijk Handboek (Gouda, 1909), 138-140 en 155-156. 85

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1987 | | pagina 123