een zuster(?) [Digna Buysen] van de vrouw van Willem Roels [Geertruid Buy- sen]. De dochter van Johan van de Warcke [Maria] wordt de vrouw van Tobias. Roels bestudeerde verschillende planten, tesamen met de predikant Joannes de Jonghe en de apotheker Willem Jasperz. Parduyn, zoals hij Clusius schrijft in de in Rariorum afgedrukte brief: "Enige maanden geleden werd ik plezierigerwijs ten eten gevraagd bij een bevriende apotheker. Ook kwam mijn verwant loannes de Ionghe, een liefhebber in de plantkun de. En bij dit maal werden niet alleen de krachten van ons lichaam gesterkt door de af wisseling en fijnheid der gerechten, maar ook beschouwden wij Uw kruidboek en werd onze geest verkwikt door de rijkdom van allerlei bloemen 1 Dat Roels vraagt planten te bezorgen via Lobelius (1538-1616, stadsarts van 1584-1596) is niet zo verwonderlijk, daar deze niet alleen collega stadsarts was, maar ook getrouwd was met een zuster van Willem Jaspersz. Parduyn. Deson danks moet de verhouding tussen Lobelius en Roels zes jaar later, in 1603, tame lijk koel zijn geweest, want Lobelius schrijft dan aan Clusius over de situatie in Middelburg: 'ik vind hier alles zo veranderd en de stad zo gezonken en ontvolkt, de praktijk en ge neeskunde zo bedorven door de baantjesjagers/loopjongens van Roels en verwanten, dat zonder protectie niets erg goed gaat, de theriakelaars en nep-apothekers of kako- chemisten voeren de bovenhand over alle goede artsen, waarom ik maar niets zeg of doe, de tijd zal het leren.10. Wellicht dat deze ervaring Lobelius inspireerde tot zijn heftige verwijten in de opdracht van zijn Leydts-man en onderwyser der Medicijnen 'Goldt in de kerk': 'In den gulden saysoen werden kerken gebout, Van Bisschoppen van gout, met hun staffen van hout, 't Is nu al seer verkeert, men siet regeeren stout De Bisschoppen van hout met haer staffen van gout. Desgelijkx machmen oock seggen van de Medicijns: Eertijds isser geweest menigh Medicijn fijn Die hem niet heeft geschaemt sijn eygen knecht te zijn: Maer nu de knecht geeft hem selven uyt voor Medicijn Die den krancken dickwijls voor troost schenckt het fenijn. Want de trossigheijdt ende de kostelijcke kleederen hebben de medicamenten doen verlaten, ende onder de voeten worpen.' De broer van de apotheker Willem Jaspersz Parduyn, Symon Parduyn, was een zeer gefortuneerd koopman en compagnon van de grote handelsfirma de Mou- cheron (hij was o.a. in 1589, 92 en 95 burgemeester en stierf in 1612). Het be hoeft ons dan ook geen verwondering te wekken, dat zijn broer de apotheker een verzameling bezat van alligators, koralen, zeldzame stenen en horens2'3. Ook be schikte men in Middelburg gemakkelijk over zulke exotische planten als de yam. Zo schreef Willem Jaspersz. Parduyn aan Clusius (1 nov. 1596), dat er net een vloot met vijf schepen binnen was gelopen, die enkele Moren aan boord had. Deze Moren aten emiga (bedoeld is yam-wortels)3. Willem Jaspersz. Parduyn schrijft het eerst 27 nov. 1593 zelf aan Clusius, die in- 89

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1987 | | pagina 127