generatie-overbruggende traditie. Ten dele speelt een rol dat er binnen de groep
Roels te zeer competitie was om de mooiste exotendan dat ze een kruidkundige
vereniging konden worden met jongere en oudere leden. Bij Pelletier was het
onderwerp zelf het vergelijken van boeken en bloemen; niet noodzakelijk is dat
een sociale bezigheid.
3. MAJESTAS MEDICA IN MIDDELBURG
De stimulerende invloed van de scheepvaart op de opleiding van chirurgijns,
met name voor Admiraliteit, VOC en WIC hebben we al Ieren kennen in de pe
rioden Roels en Pelletier. In deze periode zal dat nog sterker zijn. Zo is er in 1656
een 'Collegium anatomico-chirurgicum' opgericht, mede op instigatie van de
arts Cornelis van de Voorde (1655 dr, gestorven 1678). Deze houdt daar een
inaugurale rede, die door de toen nog in Middelburg werkzame F. Gruiwardt
wordt uitgegeven: Oratie ofte Eerste Inleydinghe, ghedaan in de Chirurgyns-
Anatomie-Kamer2(\
Van de Voorde was een stimulerende persoonlijkheid. De schilder Goedaerdt
werd in ruil voor een recept door hem ondersteund en hij moet naast dominee
Joh. van der Mey (1617-1678), een intimus van de familie Goedaerdt, een van
die personen zijn geweest, waarvan Goedaerdt (1617-1668) in de opdracht van
zijn boek zegt, dat zij aangedrongen hebben op de publicatie van zijn boek27.
De Middelburgse tekenaar en schilder Goedaerdt is bekend geworden door zijn
Metamorphosis ofte historische beschrijvinge van den oirspronck, aerd, eygen-
schappen ende vreemde veranderinghen der wormen, rupsen, maeden, vliegen,
witjens, byen, motten ende dierghelijcke dierkens meer. Dit boek werd in het La
tijn. Frans en Engels vertaald. In een ranglijst van meest voorkomende boeken
in 500 achttiende eeuwse bibliotheken komt Goedaerdt op de achtste plaats28.
Het was een van de boeken, die Maria Sibylle Merian raadpleegde en waardoor
ze geïnspireerd werd.
In zijn opdracht aan baljuw, schepenen en raden van Middelburg vraagt Goed
aerdt zich af, waarom nog niemand deze dieren onderzocht heeft. Zijn ze soms te
klein? Of zijn ze de moeite niet waard?
'Te meer, dewijle ick in eyghen persoon bevonden hebbe, dat ick niet alleen seer groo-
ten arbeydt ende een onvermoeyelicke neerstichheyt, maer oock menige jaren in het
na-speuren der ghemelde dinghen hebbe moeten besteden29.
Al 25 j aar volgt hij onvermoeibaar insecten in hun ontwikkeling en hoopt dat nog
25 jaar vol te houden. Zelfs uit de suikerkisten uit Ysiekeep (Zeeuwse kolonie
aan de Essequibo in Brits Guyana3") haalt Goedaerdt poppen en rupsen om te
zien wat ze worden.
Ds. De Mey schreef litteraire en stichtelijke commentaren in het boekje, maar
zorgde er tevens voor dat de aantekeningen van Goedaerdt werden uitgegeven.
De Mey was professor aan de voor de derde keer opgerichte Illustere schoolDe
ze derde poging was te danken aan de Coccejaanse-Voetiaanse tegenstellingen.
Een van zijn verhandelingen, Euzooia, draagt De Mey op aan zijn goede vrien
den, Van de Voorde en Anthonij Everaerts 1650 dr-1679). Everaerts richtte sa
men met Van de Voorde een gezelschap op, dat de bedoeling had de 'Majestas
medica' op te houden en het medisch gemenebest tegenover de mensen te verde
digen31.
94