De discussie kwam nogmaals tot leven door de interpretatie die Louis de Bils
(1623-1669)gaf aan de lymfevatenDe lymfe zou zich verzamelen in de lever en
vandaar naar het hart gaan. Daar zou deze zich weer zelfstandig maken en door
de overige lymfevaten door het lichaam verspreid worden. Deze theorie van een
overigens medisch amateur was aantrekkelij k omdat zo de door Harvey afgebro
ken kelder van de fysiologie, de buikholte met lever, hersteld werd. Dank zij de
lymfe en zijn vaten was er weer een centrum en een transportsysteem. Everaerts
was overtuigd van de rol van de lever. Een Aristotelisch-Harveyaans argument
tegen de rol van de lever was dat het hart en niet de lever het eerst zichtbaar was
in de embryonale ontwikkeling: het springende punt in de discussie. Een ana
tomisch onderzoek aan een misgeboorte van februari 1663 deed naar het inzicht
van Everaerts deze argumentatie teniet.
Zijn beschrijving droeg de veelzeggende titel Lux e tenebris affulsa, ex viscerum
monstrosi partus enucleatione33Het licht opflitsend uit de duisternis, door on
derzoek naar de ingewanden van een kind geboren zonder hoofd en borstkas.
Bij de sectie neemt Everaerts waar, dat hersenen en hart ontbreken en daarmee
twee van de drie verdiepingen van de Galenische fysiologische kathedraal van de
mens. Wat Everaerts ontdekte was niet minder dan een door de natuur gescha
pen experimentum crucis. Waar de twee andere centra ontbraken moest wel dui
delijk worden het belang van het derde centrum, de lever:
'Wij zagen nu hoe zeer het besproken wezen al deze tijd [v.d. embryonale ontwikke
ling] zonder hart of hoofd, zonder hersenen zijn groei nam.'
'Bij het hart, uiterst noodzakelijk tot het leven van ieder dier, is er een grotere moei
lijkheid [dan bij het ontbreken van de hersenen], in zoverre als hoe dit abortus monster
heeft kunnen leven? Het hart in eigenlijke en strikte zin ontbrak.
Maar daarom heeft de schrandere natuur de lever aan beide zijden voorzien van
twee holtes en in iedere holte op zich twee vaten, een arterie en een ader, fungerende
met de taak van hart en boezems.'
Everaerts geeft vervolgens zijn genuanceerde oordeel dat hart en lever elkaar
nodig hebben, de een vormt het vitale aura, dat de andere verdeelt. Het is der
halve niet verwonderlijk dat de lever de taak van het hart overneemt, zodra dat
er niet is. Ten slotte vraagt Everaerts zich af:
'En is het dan billijk dat dit edele ingewand, de lever, dat de oudheid altijd rechtmatig
en krachtens zijn verdienste heeft willen aanduiden als centraalorgaan, veroordeeld
wordt niet alleen tot balling maar zelfs tot ballast, nutteloos en ter algehele vernieti
ging?'
De twee thema's die we in Everaerts' werk aantreffen, het onderzoek naar oor
sprong en voortplanting van levende wezens en het onderzoek naar de bloeds
omloop, waren in feite een voortzetting van het Harveyaanse programma en zijn
typerend voor veel onderzoek rond 168034.
Het volledige scala van biologisch onderzoek in de Barok is aan te treffen bij
Anthonie de Heide 1646-1700)35De zo ogenschijnlijk losse opeenhoping van
ervaringen rondom de aderlating, een stuk of honderd medische waarnemingen
en wat over de kwal en de mossel vertonen toch een achterliggende thematiek.
Centraal staat hier ook het onderzoek naar beweging. De bloedsomloop, maar
ook de verandering, Aristotelischer gezegd de beweging van de embryonale ont-
96