Tenslotte dient nog de hijskraan genoemd te worden, die De Munck in de jaren
1744-1746 geconstrueerd heeft, en die hij zelf stellig tot het beste gerekend heeft
waartoe hij technisch in staat was. Het werktuig bevatte een tredmolen voor ma
ximaal negen personen en was door De Munck tevoren doorgerekend en uitge
test op een werkend schaalmodel. Het resultaat was inderdaad bevredigend. Tij
dens een demonstratie bij de ingebruikname bleek één man al in staat te zijn om
een kanon van 4000 ponden (dwz. ruim 1800 kg) 'op te lopen'. In totaal zou het
hijsvermogen volgens De Munck's berekeningen zo'n 14.000 pond hebben be
dragen"1.
Fig. 13. De Zuidsingel van het Middelburgse Molenwater. Op de voorgrond de
Lutherse Kerk, verderop het Ukkantoor en De Munck's observatorium.
Tijdens zijn leven werd hij voor zijn werk zeer geprezen. In de Lutherse kerk
wordt hij op een gedenksteen 'een beroemd architect' genoemd en ook de Ant
werpse bouwmeester J.P. van Baurscheit jr. kenschetst hem in een van zijn brie
ven als 'een heer, die de teckenkonst in den gronde kent ende daer van cont oor
delen'1Architectuur-historici nuanceren dit beeld van hem aanzienlijk. In zijn
'Monumenten van Middelburg' noemt Unger de lof op de gedenksteen in de
Lutherse kerk bepaald overdreven12. Hoewel De Munck alleen al door de om
vang van zijn werkzaamheid in de bouwgeschiedenis van Middelburg een be
langrijke plaats inneemt, vindt Unger hem een beter technicus dan kunstenaar.
Aan zijn oeuvre valt inderdaad een zekere eentonigheid niet te ontzeggen. Zijn
ontwerpen zijn vrij strak qua vormgeving en een speelse geest kan men De
Munck op basis van zijn bouwwerken moeilijk toedichten. Volgens Ozinga ge
tuigen zijn ontwerpen overwegend van een typische-provinciale verbastering
van elders gebruikelijke Lodewijk XIV-versieringen'3.
Een klein woord van waardering treffen we wel aan bij Réves-Alexander voor
zijn ontwerp van het pakhuis van de Middelburgse Commercie Compagnie. Een
nu door verbouwingen weinig aantrekkelijk gebouw, maar oorspronkelijk niet
109