HET INSTRUMENTARIUM VAN JAN DE MUNCK:
N.B. 1 Rijnlandse voet 31,4 cm
1 Rijnlandse duim 2,62 cm
Opgegeven nauwkeurigheden zijn van De Munck.
De opgegeven jaartallen betreffen de tijdstippen waarop de instrumenten in de stukken
genoemd worden.
A. MEETINSTRUMENTEN:
1724-1729 Twee quadranten van 3 resp. 4 voet straal, verdeeld in halve minuten. (Ge
schatte meetnauwkeurigheid 16 a 24 seconden).
1731 Sextant van 6 voet straal, (nauwkeurigheid 8 a 10 sec.).
1737 'Tangens-instrument' van 10 voet, verdeeld in 30.000 delen (dwz. ca. 10
sec. nauwkeurig), met een verschuifbaar vizier.
Equatoriaal sector bestemd voor metingen buiten de meridiaan; ge
bruikt bij de komeetwaarnemingen van 1737 -1744.]
1743-1761 Muur-quadrant van 12 voet straal, met aangevoegde kijker en beweegbaar
vizier, (nauwkeurigheid ca. 1 sec)
1744 'Gestel met koperen vizier'.
1748 Zenit-sector: 'Nieuw geïnventeerd machien aan myn toorn' voor sterren
die 'na aan de top van de meridiaan' passeren. Straal 69 voet en 4,5 duim.
meetnauwkeurigheid minstens een seconde.
1761 Meetinstrument voor de schijnbare diameter van Venus.
B. KIJKERS:
1743 Kijker van 15 voet met twee convexe glazen.
1748 'Buys of Thelescope' met convex glas van 7 voet (brandpunt), gevolgd door
concaaf glas. Hierdoor zijn zonnevlekken van 6 a 8 duim diameter waar te
nemen.
1748-1761 Vierkante houten buis van ca 30 voet met verwisselbare lenzen. Is via een
bol in het dak draaibaar opgehangen
[Tijdens de Venus-passage was een projectiescherm met een tevoren gete
kende zonneschijf in het brandvlak aangebracht.]
1748-1761 Kijker van 14 voet met twee bolle glazen.
[Gebruikt bij de ontdekking van de komeet van 1748.]
136