C 2 den Balk merken oordeelende 7.00 ik uit het juifte midden dezer twee bepaalde punten een loodlyn liet vallen dat dan de vlakte be grepen tuften deze en de vorige perpend: in 't onbepaalde uit moeft loopen op den waren Polus en dus den rechten Meridiaan aanwy- zen dien ik zocht zoo dat de bovenkant des Balks tot het ge melde ronde gaatje in 't kopere Vïlïer en in de roojingvan 't gevon den midden tot den Perpendiculair, was de juifte Meridiaan, diea ik betrachtte. Deze Meridiaan aldus gevonden gaf geen merkelyk verfchil met den vorigen. Dan verder tot een aerde Proef van 't gevondene, om my in alles (zoo na doenelyk) geruft te ftellen, deed ik noch drie andere Obfervatienmet de uiterfte oplettendheid, alleen op de Noordftar Altecuba aldus Ik ftelde 't vorige Geftel met het koper Vifier, een Verdieping lager, en vervolgens meer achterwaards dus veel verder van den gemelden Balkderhalven was de Boog op deze Star nu veel grooterdan in de vorige Obfervatien100 dat ik nu voor 't laatfte maar alleen bepaalde het op- en ondergaan van de Noordftar en bevond door drie metingen tot myn groot genoe gendat het Midden telkens uitkwam in 't zelve punt op den bo venkant des Balks. Dus houdende myn' gevonden en bepaalden Meridiaan voor goed, heb ik denzelven door- en omgetrokken zoo op den Grond als aan den Noord- en Zuidmuur en verder boven in't Gebouw, om in dezelve omgetrokke linien te ftellen (of fpannen) zoo veel dra den of fnarenals men begeert en noodig heeft't zy perpendicu lair of parallel met den as der Aarde, en andere naar begeerett. Aan welke Linie (of Meridiaan) zeer veel gelegen iswant door dezelve vindt en bepaalt men den waren tyd, dien men eerft en vooral correö noodig heeft: zoo dat een Kundige wel zal begrypen, dat men den Meridiaan (of Middag- en Midnacht Cirkel) moet zoeken en bepalen met eene byzondere oplettendheiddoor behulp van eea//»w. foed Horlogie dat aanwyft uren, minuten en fecunden op wel- e men wel acht neemt en aanteikent, hoe het ftaat als men de Zon obferveert in het palieren door den gemelden Meridiaan. Derhalven moet men befluiten dat men zouder denzelven gee nerlei obfervatien in de vereifchte ordre kan doen *t zy op Zon-of Maan-Eklipfenof eenige andere Verfehyningen om dat men daar toe nodig heeft een net bepaalden Tyd. In de laren van 17:4. tot 1729. gebruikte ik twee Quadranten het een van 3. en het ander van 4. Voet ftraal beide net en wel ver deeld in halve Minuten hebbende daarmede gedaan vele metingen op 150

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1987 | | pagina 196