20. Zuidervaart en Hoitsma, 'Een Zeeuws planetarium', 74-75, 134-135. 21. A.B. Strabbe (ed.), Astronomia of Sterrekunde door den Heere De la Lande, 4 dln, Amsterdam, J. Morterre, 1773. De intekening vond plaats in 1768. (Volgens prospec tus in het bezit van de auteur kostte het werk bij intekening 16 gulden.) 22. ZB, handschriftenverzameling KZGW. Zie: F. Nagtglas, Vervolg op den Inventaris der Handschriften van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (Middelburg, 1869), 13. 23. J.F. Hennert (ed.), Nagelaatene Gedichten van Petronella Johanna de Timmerman (Utrecht, A. van Paddenburg, 1786), IV en 12. 24. De Munck (1761), 4. Zie ook de berekening van de middellijn van Venus naar aanlei ding van deze waarneming, als aanhangsel opgenomen in W.O. Reitz, 'Nieuwe oplos sing der stelkundige vergelijkingen van de vierde macht, en hierdoor ook van de derde macht', in Verh. HMW, 9 derde stuk (1767), 40-43. 25. Aanspraak door L. Bomme voor het Natuurkundig Gezelschap in 1781. (FA Van der Feen.) 26. J.P. Fokker, 'Beginzelen der Comeet van 't Jaar 1779, zynde de 64ste wier loopkring berekend is', in Verh. ZGW, 8 (1782), 517-518. Voor Bomme's biologische arbeid zie W.S.S. van Benthem Jutting, 'Leendert Bomme 1727-1788, een 18-de eeuwse bioloog te Middelburg', in Archief ZGW 1969, 21-35, en de bijdrage van M. Fournier in deze bundel. Het 'Physisch Gezelschap' rond Nettis is tot dusverre onopgemerkt gebleven. Het heeft kennelijk het hiaat opgevuld dat na het vertrek van Stocke in 1746 was ontstaan. In zijn aanspraak van 1781 zegt Bomme hierover: 'Den Eerw. heer Joh. Nettis Med. Doet. en Leeraerder Doopsgezinden muntede niet minderuit in een schat van kundig heden. Ik heb het genoegen gehad verscheiden Jaren een Physisch Gezelschap met zijn Eerw. te houden en veel van zijnen fraijen teekeningenen bepalingen in 't Natuur kundige te zien. Zijn uijtgegeeve Sneeuwfiguurties, verbetering van de Globen, en meerdere andere zaken; zijn zelfs samengestelt Planetarium. Globen en andere In strumenten bewijzen zijn kundigheden en vernuft. Dan jammer was het zijn vermo gen om zig mondeling wel uijt te drukken hadt den groten gever der vermogens hem niet verleend.' 27. P.J. Buynsters, 'Petronella Johanna de Timmerman (1724-1786), een vrouw van de Verlichting', in Literatuur, 1 (1984), 19-21. 28. HJMBos, 'Johan Frederik Hennert, wiskundige en filosoof te Utrecht aan het eind der achttiende eeuw', in Tijdschrift voor de Geschiedenis der Geneeskunde, Natuurwe tenschappen, Wiskunde en Techniek, 1 (1984), 19-31. 29. Hennert (ed.), Nagelaatene Gedichten van P.J. de Timmerman, XI. Vgl. Van der Bilt, Venus over de Zonneschijf, 47-48. 30. Zo is het aantal berichten in de Middelburgsche Courant over de Venuspassage van 1769 opvallend groot. Zie Midd. Crt., 20 mei, 23 mei, 13 juni, 20 juni, 22 juni, 24 juni en 29 juni 1769. (Bevat mededelingen over de betekenis van de Venuspassage voor de wetenschap, alsmede voorspellingen en waarnemingen gedaan te Groningen, Lon den, Leipzig, Parijs, Stockholm en Wenen.) 31. [W.A. Willems], Uitgewerkt examen der stuursheden en verscheiden wijzen om de breedte en lengte op zee te verbeteren, Middelburg, 1781 Voor de betekenis van dit boek en de identificatie van Willems als de schrijver van dit anoniem gepubliceerde werk, zie: Davids, Zeewezen en Wetenschap, 187, 436. Er is verder weinig over hem bekend. In 1763 publiceerde hij een artikel over Hadley's oc tant. Bomme noemt hem als iemand die 'zeer kundig was om met Physische Instru menten om te gaan'. (Aanspraak 1781). 169

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1987 | | pagina 215