hand ligt, is natuurlijk: deed Krom evenals Nieuwentyt, en enkele illustere
Zeeuwse predikanten vóór hem (o.a. Philippus van Lansbergen en Johannes de
Meij) eigen onderzoek? Het antwoord stelt teleur. Zelf vertelt hij alleen van
kwalitatieve astronomische waarnemingen met betrekking tot sterrenhopen,
terwijl ook de archieven geen melding maken van eigen waarnemingen of expe
rimenten60.
Voorzover mij bekend, heeft Krom zo'n 25 werken en werkjes op zijn naam
staan. Een achttal daarvan heeft in meerdere of mindere mate met natuurweten
schappen te maken. Het enige werkje van Krom dat - met uitzondering van de
fysico-theologische slotzin van het voorwoord - een geheel zakelijk, natuurwe
tenschappelijk karakter heeft, is zyn 'Kort ontwerp eener beschryving van het
planetarium, staande in het Museum Medioburgense', verschenen in 179161. Dit
planetarium was vervaardigd door de klokkenmaker Joseph van den Eeckhout
te Middelburg op initiatief van de president van het Middelburgs Departement
van het Zeeuwsch Genootschap, de reeds genoemde Van de Perre62. Krom gaf
met behulp van dit planetarium lessen voor het Natuurkundig Gezelschap, ter
wijl hij er een voordracht over hield voor het Genootschap en deze in druk liet
verschijnen. In het voorwoord sprak Krom de wens uit dat er spoedig een gede
tailleerdere beschrijving zou komen63. Hij had namelijk, waarschijnlijk vanwe
ge onvoldoende deskundigheid of wegens onbekendheid ermee, met geen
woord gerept over het inwendig mechanisme. Deze wens is inderdaad in vervul
ling gegaan, maar wel wat later dan hij had gehoopt. Pas in 1982 verscheen er een
uitvoerige studie over, waarin ook de beschrijving van Krom ter sprake komt,
die door de auteurs van een 'redelijk niveau' geacht wordt64.
HET KARAKTER VAN KROMS FYSICO-THEOLOGIE
Alle overige werken van Krom die met de natuurwetenschappen in verband
staan, bewegen zich op het terrein van de verhouding tussen geloof en natuurwe
tenschap in het algemeen, en Bijbel en natuurwetenschap in het bijzonder. Ze
hebben een fysico-theologisch karakter en zijn apologetisch van aard. De origi
naliteit ervan is tamelijk gering. Overigens was er wel belangstelling voor, zoals
blijkt uit het feit dat een aantal ervan werden gebundeld en opnieuw uitgege
ven65. Het betreft hier hoofdzakelij k publicaties van voordrachten die Krom had
gehouden voor het Natuurkundig Gezelschap en het Zeeuwsch Genootschap,
alsmede omgewerkte preken over Genesis 1Blijkbaar waren de wekelijkse ver
gaderingen van het Gezelschap niet uitsluitend gewijd aan strikt natuurkundige
thema's, toegelicht met experimenten, want Krom hield ter opening van een
nieuwe cursus in 1790 een tweetal lezingen, die later gepubliceerd werden onder
de titel: Betoog dat de beoefening der Natuur- en Sterren-kunde niet strijdig is met
de Godlyke Openbaaringen den geopenbaarden godsdienst van Jezus Christus:
voorgeleezen in het Natuurkundige Gezelschap te Middelburg (1793)66.
Dit werk van Krom past geheel in het fysico-theologisch klimaat van de natuur
kundige genootschappen en staat in de traditie van andere apologetische ge
schriften sinds Boyle, Nieuwentyt en anderen, die het christendom verdedigen
op grond van natuuronderzoek: wie slechts oppervlakkig de natuur bekijkt,
komt misschien tot atheïsme, maar wie de natuur grondig bestudeert, en dat
doet een 'waar philosooph' - moet wel in de Schepper geloven en christen zijn67.
188