nog een keus te maken tussen de diverse stelsels, omdat er volgens hem voor
geen enkel systeem een overtuigend bewijs te leveren is. Men krijgt zelfs de in
druk dat hij op Bijbelse gronden er eerder toe neigde een centrale aarde aan te
nemen dan een centrale zon91. Het is de vraag of Krom gelijk heeft, wanneer hij
stelt dat het copernicanisme in zijn tijd algemeen aanvaard is92. Dat geldt waar
schijnlijk niet voor alle kerkgangers die zijn diensten bezochten, zeker niet voor
hen die graag het populaire werk De redelyke godsdienst (1700) van de predikant
Wilhelmus a Brakel lazen, die meende:
'Dat dese ende de sterren, of de Zonne alleen, onbeweeglyk souden staen, ende de
Aerde draayen, is het verciersel van menschen, die 't hooft te veel draeyt'93.
HET STILSTAAN VAN DE ZON IN JOZUA
Ook het bekende verhaal van de stilstand van zon en maan in het boek Jozua
wordt ingepast in het copernicaanse stelsel. Eerder had onder anderen ook de
Leidse fysicus Willem Jacob 's Gravesande (1688-1742) hierover geschreven,
een bewijs dat de discussie hierover nog niet ten einde was.94.
Men kan volgens Krom het verhaal gewoon letterlijk nemen, als we maar beden
ken dat er 'betrekkelijk en gezigtkundig' gesproken wordt, een gangbare exege
se voor orthodoxe christenen, die copernicaan waren. Het beschreven wonder is
een ingreep geweest in een newtoniaanse wereldmachine, en wel een geringe in
greep: het was zijns inziens voldoende de asrotatie van de aarde tijdelijk tot stil
stand te brengen, want ook de maan zou dan schijnbaar stilstaan. Geheel con
form de eigen aard van de fysico-theologische benadering, waarin de dingen ge
woonlijk een doel hebben ten gunste van de mens, weet Krom ook het nut van
juist déze ingreep: Israel moest leren dat zon en maan geen goden zijn, maar dat
alleen Hij God is die hen in Kanaan bracht95.
GENESIS 1 EN HET ONTSTAAN VAN DE KOSMOS
In het kader van de door-de-weekse diensten die in de Middelburgse gemeente
gehouden werden en waarin de Bijbel van Genesis tot Openbaring werd uitge
legd, en wel ongeveer één cyclus per 25 jaren96, heeft Krom, die aan de beurt was
opnieuw met Genesis te beginnen, een preek gehouden over het eerste hoofd
stuk van dit Bijbelboek en deze uitgewerkt tot een publicatie: De Geschiedenis
van de schepping opgehelderd en verdedigd in eene leerrede over het eerste hoofd
stuk van Genesis, met eenige uitvoerige aantekeningen (1791)97. Opnieuw de
harmonie tussen Bijbel en wetenschap: de orthodoxe theoloog handhaaft de his
toriciteit van Genesis 1maar dan exegetisch zó dat het verhaal maximaal inpas
baar is in eigentijdse kosmologieën. Hij wordt niet moe telkens weer op te mer
ken hoe goed het 'verhaal van Moses' of de 'wysgeerte van Moses', zoals een ge
liefkoosde terminologie luidt, de toets der rede kan doorstaan, mits men maar de
goede exegetische sleutel hanteert98. Deze uitleg blijft wel binnen de grenzen
van de orthodoxie, maar wijkt toch op punten af van de klassiek-gereformeerde
benadering in de zeventiende eeuw, toen de inzichten van Voetius sterk domi
neerden99. Ik noem enkele punten.
1De wereld was volgens Krom bij de schepping door God op de eerste dag met
een compleet, inclusief alle hemellichamen. De aarde was echter nog totaal on-
192