ZGW; 19 bij het Nat.Gez. Dames en 13 bij het Nat. Gez.)]. De gemiddelde (stedelij
ke) gezinsomvang in de Republiek bedroeg op het einde van de achttiende eeuw onge
veer 3,5 personen. De geschatte bevolking van Walcheren omvatte in dezelfde tijd tus
sen de 30 en 40 duizend zielen. Het genoemde percentage is hieruit afgeleid. Hoewel
dit getal uiteraard weinig exact is, kan er geen twijfel aan bestaan dat de participatie in
culturele genootschappen op Walcheren slechts zeer beperkt is geweest.
8. Zie hiervoor W.W. Mijnhardt, 'Sociability in Walcheren', in Tijdschrift voor de Studie
van de verlichting en van het Vrije Denken, 12 (1984), 289-410.
9. Wet Natuurkundig Gezelschap art. 8 (vgl. noot 6).
10. Vgl. de bijdrage van C. de Paterover H.J. Krom, tevens docent in het Natuurkundig
Gezelschap, aan de congresbundel.
11. Vgl. de openingstoespraken van Van de Perre en Ballot in het Damesgezelschap (op
genomen achter de Wetten, vgl. noot 6).
12. In Veere werd in 1789 nog een vrijmetselaarsloge opgericht, L'Enfant de la Vertu,
evenals in Vlissingen in 1793. De laatste kreeg de naam L'Astredel'Orient. In beide lo
ges geschiedde de recrutering van nieuwe leden uit verschillende sociale lagen. Vgl.
Mijnhardt, 'Sociability', 298 e.v.
13. Een andere indicatie voor het teloorgaan van de hiërarchische scheiding tussen de ver
schillende sociale lagen is de oprichting in 1801 van een vrijmetselaarssociëteit, waarin
leden van respectievelijk de Philantrope en de Compagnie Durable elkaar konden ont
moeten. Zie over dit verschijnsel: Mijnhardt, 'Sociability', 301
14. Rond 1800 bezat het Zeeuwsch Genootschap 35 leden en directeuren, de gezamenlijke
nutsdepartementen 241 leden en de natuurkundige gezelschappen 88 leden (de gege
vens over het Natuurkundig Gezelschap dateren van 1796 en die van het Damesgezel
schap ontbreken. Het is echter aannemelijk dat dit gezelschap niet meer dan 48 leden
heeft geteld, aangezien de wet dit maximum stelde)in totaal 364 lidmaatschappenNa
aftrek van de meervoudige lidmaatschappen resteren in totaal ongeveer 280 verschil
lende bij het genootschapsleven betrokken personen c.q. gezinshoofden. Omdat de
ledengegevens niet compleet zijn, is dit cijfer niet meer dan een beredeneerde schat
ting. Bij een totale Walcherse bevolking van omstreeks 30.000 zielen en een gemiddel
de omvang van de gezinshuishouding van 3,5 resulteert een deelnemerspercentage
van ruim 3%.
15. Vgl. F. Nagtglas, Geschiedenis van het Middelburgsche Departement der Maatschappij
tot 'Nut van 't Algemeen' van 1793-1866, Middelburg, 1867.
16. Vgl. Archief Nut Middelburg, Gemeente Archief Middelburg, inv.no.115a. Onder
deze sector ressorteerden ook lijkredes op overleden medeleden en feestredes bij bij
zondere gelegenheden.
17. Catalogus van Boeken der Openbare Leesbibliotheek, opgericht door het Middel
burgsch Departement der Bataafsche Maalschappy: tot Nutvan 't Algemeen, den8 Mey
1799, Middelburg, 1804, in de Zeeuwse Bibliotheek. In de catalogus van 1828 was het
aantal boeken wel toegenomen maar had de onderlinge verhouding tussen de verschil
lende categorieën nauwelijks enige wijziging ondergaan. Vgl. tevens Nagtglas, Ge
schiedenis Middelburgsch Departement, 32-38.
18. Vgl. F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen (2 dln; Middelburg, 1890-1982), I,
512.
19. Archief ZGW. Rijksarchief in Zeeland, Notulen P.C. 10 augustus 1801, inv. no.7.
20. Zie J.C. Voegler, 'Geschiedenis van het Middelburgsch Gymnasium. Tweede-Vierde
Tijdvak; van 1574-1894' in: Archief. Vroegere en Latere Mededelingen voornamelijk in
betrekking tot Zeeland, VII-4 (1894), 470.
226