Middelburg, Goes en bovenal Zierikzee te Keulen en Leuven in de vijftiende en
zestiende eeuw; aan internationaal bekende wetenschappers als de geneesheren
Levinus Lemnius en vooral Paulus van Middelburg, de latere bisschop van Fos-
sombrone, die zijn landgenoten overigens minachtend als een drankzuchtig, bot
en onwetend volkje doodverfde.
Al vrijwel van af het begin van de Opstand meenden de rebelse Statenvergade
ringen het regale recht van de stichting van studia aan zich te kunnen trekken,
omdat de wettige overheid op strijdbare wijze een andere religie bleef toegedaan
en dus nooit een theologieopleiding in calvinistische geest zou gedogenDus viel
te verwachten dat ook in Zeeland stemmen zouden opgaan ten gunste van de
stichting van een eigen hogeschool. In het laatste kwart van de zestiende eeuw
werd er, in de eerste plaats door de provinciale synoden, in bijna alle gewesten
op aangedrongen theologische opleidingsinstituten op te richten voor de predi
kanten van de Nederduits-Gereformeerde kerk - en wel binnen het eigen ge
west, teneinde de kosten van het alumniaat (de studiebeurzen voor theologiestu
denten, die normalerwijs de verplichting meebrachten in dienst van het subsi
diërend gewest te treden) en van de gewestelijke colleges waar de alumni moes
ten resideren, zo laag mogelijk te houden.
In het algemeen mag worden gesteld dat nagenoeg alle Noordnederlandse instel
lingen van hoger onderwijs, universiteiten zowel als illustre scholen, in eerste
aanleg als theologische seminaria zijn bedoeld - zelfs die van Leiden, Franeker
en Groningen, al werden die bijna onmiddellijk tot volwaardige universiteiten
uitgebouwd. Zeeland ontsnapt niet aan die regel. Tot ca. 1650 is er in het gewest
feitelijk slechts aan een theologieopleiding gedacht, als een soort bovenbouw
van de Middelburgse Latijnse school, die een goede reputatie had en in die pe
riode uitstekende geleerden aan zich wist te binden2. De Latijnse school fun
geerde daarbij als de triviumsector van een artes-faculteit, hetgeen weerspiegeld
werd in de lectorstitel die vanaf 1592 herhaaldelijk aan rector en/of conrector
werd verleend. Voor de Middelburgse constructie die de Staten van Zeeland in
1590/1 voor ogen hadden3, stond overigens niet de Leidse akademie model,
maar de theologische hogeschool van radicaal-calvinistische signatuur die tij
dens het calvinistisch intermezzo van 1578 tot 1584 te Gent had bestaan4 en die
zelf geïnspireerd was op het Geneefs model, of nog verder terug op het Sturmi-
aans Gymnasium te Straatsburg.
Flet valt aan te nemen dat het gewest Zeeland in de eerste decennia na de Op
stand niet alleen de levensvatbaarheid van een complete universiteit, in een ge
west dat vele malen minder inwoners dan Holland telde, betwijfelde, maar zich
ook de handen gebonden heeft gevoeld door het privilegium exclusivum dat Lei
den in 1575, als volwaardige universiteit met promotierecht in alle faculteiten,
was verleend. De stichtingsakten van de Leidse universiteit waren mede door de
Staten van Zeeland ondertekend5. Wel hebben de Zeeuwse juristen naar aanlei
ding van de pogingen tot oprichting van een universiteit te Zierikzee in de
tweede helft van de achttiende eeuw de rechtsgeldigheid van die ondertekening
en dus de geldigheid van het privilegium exclusivum in Zeeland zelf aangevoch
ten. Naar mijn gevoel handelden ze daarmee echter niet in de geest van hun zes-
tiende-eeuwse voorgangers, die zich vermoedelijk heel wel konden verenigen
met het idee van één universiteit voor het hele territorium van de Unie van
Utrecht. Het ging immers vooral om de kweek van een eigen theologenstand van
relatief geringe omvang. Bij studie in rechten en medicijnen deed het religieus
8