NOTEN
1P.J. Meertens, Letterkundig leven in Zeeland in de zestiende en de eerste helft der zeven
tiende eeuw. Amsterdam, 1943.
2. Zie over de Illustre school in het algemeen: Tegenwoordige Staat der Vereenigde Ne
derlanden, behelzende eene beschryving van Zeeland, I (Amsterdam. 1751), 193-195;
Zeelands Chronyk-Almanach (1777-1792) I, 332-343; M.F. Lantsheeren F. Nagtglas,
Zelandia Illustrata, I (Middelburg, 1879), 333-338; J.G. Voegler, 'Geschiedenis van
het Middelburgsch Gymnasium, 1365-1894', in Archief ZGW1 (1894), 358-483; W.S.
Unger en J. Westendorp Boerma, 'De steden van Zeeland', Archief ZGW(1954), 70-
72; W.S. Unger, De geschiedenis van Middelburg in omtrek (Middelburg, 1954; 2de dr.
1966,), 64-67 (57-60); Meertens, Letterkundig leven, 432-434; P.W. Sijnke, Uit de
Middelburgse historie (Middelburg, z.j.), 67-68; H.H. Kuyper, De opleiding tot den
dienst des Woords bij de gereformeerden ('s-Gravenhage, 1891), 580-590.
3. J.W. te Water, Kort verhaal der Reformatie te Zeeland in de zestiende eeuw (Middel
burg, 1766) 194e.v.; Meertens, Letterkundig leven, 432-433; Unger, De geschiedenis,
66 (59). De Zeeuwse synode pleitte in 1591 daarentegen voor oprichting van een eigen
Zeeuws theologiecollege te Leiden. Wantrouwen jegens de leerstellige kleur van zo
wel de Zeeuwse regenten als de Leidse professoren?
4. Meertens, t.a.p.
5. P.C. Molhuysen, (ed.), Bronnen tot de geschiedenis der Leidsche Universiteit, I ('s-
Gravenhage, 1913) 1 *-9*; zelfs werd er in 1575 over gedacht de boekerijen van Mid
delburg en Veere naar Leiden over te brengena. w.43*
6. Vgl. H. de Ridder-Symoens, 'Peregrinatio academica doorheen Europa (13e-18e
eeuw) in vogelvlucht', in Batavia academica I (1983), 3-11. Zie verder tabel 1 en 2 hier
achter.
7. Voegler, 'Geschiedenis', 359-360, maakt duidelijk dat Murdisson en Gruterus al in
1592 benoemd moeten zijn, doch pas vanaf 1595 een aparte honorering voor hun lec
torsfunctie kregen. Vgl. Molhuysen, Bronnen, II, 227*, die naast hen nog de predikant
Johannes Isenbach noemt als publiek docent 'in Theologicis'.
8. Zie voor eerdere plannen reeds W. van 't Spijker, 'De acta van de synode van Middel
burg (1581)', in: J.P. van Dooren (red.), De nationale synode te Middelburg in 1581
(Middelburg, 1981), 117. Verder M. Smallegange, Cronyk van Zeeland (Middelburg,
1696), 448.
9. Resoluties van de Middelburgse raad op 15 april en 30 juli 1611: vrijdom van stadsac-
cijnzen voor zes tonnen bier en een oxhoofd wijn, opnieuw verleend op 26 februari
1650. Rijksarchief in Zeeland (RAZ), HS. 851B, p. 497.
10. Geciteerd in het advies van Provinciale Rekenkamer over de Zierikzeese academie. 6-
12-1757 (UB Leiden, Archief Senaat, inv. nr. 522).
11. Molhuysen, Bronnen, II, 214*-252* (waar overigens ook het Middelburgse precedent
door Amsterdam als argument wordt gebruikt).
12. H.M. Kesteloo, De stadsrekeningen van Middelburg 1365-1810 (Middelburg, 1899-
1902) VII, 47.
13. RAZ, Verz. Verheye van Citters, inv. nr. 54B: het aanstellingsbesluit van Cornelis
sic voor Nicolaus) Blankaert, 26-2-1650.
14. RAZ, HS.851B,p. 497.
15. T.a.p., p. 498; RAZ, Verz. Verheye van Citters, 54B. i.d.
16. RAZ, Verz. Verheye van Citters, 54B, op het jaar 1664: lijst van acht theologiestuden
ten te Middelburg.
17. T.z.p., in dato.
36