Het familiewapen is gekwartierd; eerste en vierde kwartier tonen elk een wild
zwijn van sabel op een zilveren veld en het tweede en derde kwartier tonen elk
een zilveren leeuw op een veld van keel. Volgens Smallegange is het everzwijn
afkomstig van Eversdyck en de leeuw van Heenvliet4.
Bovengenoemd echtpaar had twee zonen, Francois Dignusz. en Willem Dig-
nusz.die beiden schepen van Goes zijn geweest. De nakomelingen van Frangois
Dignusz. zijn Hervormd, die van Willem Dignusz. zijn Katholiek gebleven.
De oudste zoon uit het huwelijk van Frangois Dignusz. met Cornelia Cornelisdr.
Smallegange, weduwe van de Goese burgemeester Goeree, was Cornelis
Fransz.geboren op 20 mei 1586, de latere rekenmeester5.
De jonge Corn. Fr. kreeg de hoogste opleiding die toen in Zeeland mogelijk was;
hij ging in 1599 naar Middelburg, waar Johan Coutereels hem wiskunde leerde.
Deze uit Antwerpen afkomstige school- en rekenmeester behoorde tot de Mid
delburgse poorters die meer dan 3000 pond Vlaamse gegoed waren. Hij schreef
onder andere een rekenboek, Arithmetica, dat lange tijd op vele scholen werd
gebruikt6.
Op 19 mei 1607 ging Corn. Fr. in ondertrouw met Tanneken Adriaensdr. Man
nee het huwelij k werd 26 dagen later voltrokkenDe bruid behoorde tot een re
gentenfamilie, die in het bestuur van de stad Goes een rol heeft gespeeld. Uit dit
huwelijk werden de volgende kinderen geboren7:
1608 Cornelia, die huwde met Nicolaas la Grappe,
1610 Maria, die in 1635 in het huwelijk trad met Dignus Keetlaer en in 1656 met
Gerard Gillisz. Sabbinge,
1613 Fran§ois, die jong is gestorven,
1618 Adriana, die trouwde met Iman Vierling, baljuw van Zierikzee,
1624 Cornelis, die later verscheidene functies had in het bestuur van Goes. Zijn
dochter Maria trouwde met Dignus Nollens, die, net als vroeger zijn grootvader,
lid van de Rekenkamer van Zeeland werd.
De loopbaan van Corn. Fr. in het stedelijk bestuur van Goes begon in december
1609, op de 26e van die maand werd hij benoemd tot stadsrentmeester. Fater
was hij commissaris van het landrecht, weesheer, nog enkele malen stadsrent
meester en vele jaren schepen. Ook in de Hervormde Kerk bekleedde hij een
functie: hij was kerkmeester. Op 15 maart 1635 werd hij vanwege de stad Goes
afgevaardigd ter Rekenkamer van Zeeland. De functie van rekenmeester van
Zeeland bekleedde hij tot 1666. In dat jaar overleed hij te Middelburg; op 27 de
cember 1666 werd hij te Goes begraven. Zijn vrouw overleed daar in 1672.
43