Een golvend front in Noord-Vlaanderen, tot 1587 8 EEN DOORE GEOPENT van Sluis werd gesproken? Recentelijk hebben met name Belgische historici gemeend hier een bijkans stelselmatig wegmoffelen van het verlies van Oostende te moeten signaleren. 'De Staten-Generaal en de verschillende provinciale Staten hebben alle moeite van de wereld gedaan om de val van Oostende te minimalise ren. Het heette dat in ruil voor Oostende de Republiek er verschillende steden had bij gekregen', aldus "Werner Thomas in 2004. En Joos Vermeulen constateert dat aan Noordelijke zijde en vooral onder de calvinisten het verlies wel degelijk als heel gevoelig werd ervaren. 'Wat de politici natuurlijk niet openlijk wilden erken nen. Zo kwam er haast onmiddellijk een proces op gang waarbij de nederlaag eerst werd gecamoufleerd en kort daarna in een overwinning veranderd. Kortom, men zou het slechte nieuws positief verwoorden: in plaats van de puinhoop Oostende had men een aantal strategisch waardevolle plaatsen verworven.12 Zulke aperte uitspraken roepen haast automatisch op tot verder onderzoek naar de gebeurtenissen van 1604 en hun voorgeschiedenis. Onderzoek ook naar de vraag, hoe vanuit de Zeven Provinciën in deze jaren werd aangekeken tegen de strijd tegen de Habsburgers in het algemeen en tegen de ontwikkelingen in Vlaanderen in het bijzonder. Was hier steeds sprake van een statisch beeld, of kwa men juist nieuwe visies voor bestaande in de plaats, nam het aantal aspecten in de beoordelingen toe?13 Na de onrustige jaren zestig van de zestiende eeuw had de Nederlandse opstand tegen Filips II van Habsburg vanaf 1572 een uiterst gewelddadig karakter gekre gen. Geuzen, onder bevel van Willem van Oranje, bezetten kort na elkaar Den Briel, Vlissingen en Enkhuizen, en beheersten daardoor de belangrijkste waterwe gen in het Nederlandse deltagebied. Vanuit hun weinige steunpunten vestigden zij ook te land in de gewesten Holland en Zeeland hun gezag. Een aantal steden werd onder zwaardere of lichtere druk aan opstandige kant gebracht, enkele hielden de zijde van de landsheer: Amsterdam en Middelburg bijvoorbeeld. Toen Spaanse troepen nog in 1572 de tegenactie inzetten, werden beide zeegewesten het cen trum van de strijd. Een strijd, die het officiële gezag echter geen overwinning bezorgde.14 Ten opzichte van de omringende gewesten hadden de grenzen van Holland en Zeeland nu een heel andere functie gekregen: zij waren tegelijk de frontlijnen geworden. In Vlaanderen betekende dit voor de streken langs de Westerschelde, dat zij ineens aan het front lagen. Voor de Noordwest-Vlamingen was de vijand zelfs vlakbij: hij kwam uit Vlissingen. Vandaaruit voeren opstandelingenschepen uit geuzenschepen eerst, vervolgens meer geregelde oorlogsschepen en kapers - die rijkbeladen koopvaarders, bestemd voor Sluis, Brugge en natuurlijk Antwerpen, overmeesterden.15 En voortdurend vielen watergeuzen Noord- Vlaamse streken binnen. Net als in Holland en Zeeland probeerden zij door bedreiging steden aan hun kant te krijgen wat nauwelijks lukte. Daarnaast waren zij uit op buit en het toebrengen van schade. Dorpen werden geplunderd en in brand gestoken, goederen en vee werden geroofd, ingezetenen als gijzelaars mee gevoerd, en vooral katholieke geestelijken gemolesteerd. Hiertegen werd de lokale

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2004 | | pagina 10