162 JAARVERSLAGEN 2003 Volkenkundige voorwerpen De conservatoren drs. F. van der Doe en drs. E.J.M. van der Doe-van der Geest berichten als volgt: De formele toevoeging en daadwerkelijke overbrenging van de circa honderd objecten, die in 1982 door het Zeeuws Museum werden afgestoten, vanuit de archiefkluis van het voormalig stadhuis te Brouwershaven naar het Rijksmuseum voor Volkenkunde te Leiden (RMV) liet in 2003 nog op zich wachten. In eerste instantie leek het niet mogelijk de voorwerpen direct toe te voegen aan de bruik leencollectie van het Genootschap in het museum in Leiden. Door tussenkomst van de Inspectie Cultuurbezit bleek dat het bestaande bruikleen van het Zeeuws Genootschap reeds onder de door het Rijk beheerde collectie valt en toevoegingen wel mogelijk zijn. Op 3 december vond overleg plaats tussen de directeur en con servatoren van het RMV en een vertegenwoordiging van bestuur, coördinatie commissie en de conservatoren Volkenkunde van het Genootschap. Naast het toe voegen van de honderd voorwerpen aan het bruikleen, de wijze van registratie en de wederzijdse samenwerking was ook de herziening van het bruikleen onderwerp van gesprek. Tevens werd een bezoek gebracht aan het depot van het RMV te 's- Gravenzande. Ten behoeve van een bronnengids over de geschiedenis van India en Ceylon (Sri Lanka) werden door drs. L. Bes van het Nationaal Archief in het kader van een project van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, enige voorwerpen uit de verzameling van het Zeeuws Genootschap onderzocht. In de collectie bevindt zich namelijk een aantal handschriften op lontarblad in inheem se talen (zoals Tamil, Singalees, Malayalam, Siamees en Balinees) met veelal gods dienstige teksten. In één geval betrof het, volgens het opschrift, een brief gericht aan de VOC. Het nog gesloten palmblad (inv.nr. 3600 BEV-z-104) is door restau ratoren van het RMV geopend. Het openvouwen van de bijzondere sluiting is uit voerig gedocumenteerd. Dr. A.G. Menon van de Rijksuniversiteit Leiden zal de Tamil-tekst vertalen en samen met Bes van een historische en taalkundige context voorzien. Het handschrift is vermoedelijk afkomstig uit Zuidoost-India. In Zeeland zal over dit handschrift verslag worden gedaan. Lontarbladen zijn bladen van de waaierpalm. In de collectie van het Genootschap bevinden zich ongeveer veertig, meest beschreven, lontarbladen uit Zuidoost-Azië. Al in 1779 schonken directeur Hurgronje en het Genootschapslid, theoloog professor H.J. Krom veer tien lontarhandschriften. In 1884 schonk de consul te Bangkok RS. Hamel twee pakken lontarbladen. Het merendeel van deze objecten wordt in het Rijksmuseum voor Volkenkunde te Leiden bewaard, een enkel exemplaar bevindt zich in de col lectie handschriften in de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg. Geprepareerde en stevige lontarbladen zijn goed te bewaren en zeer geschikt om op te schrijven. Na gebruik werden ze dichtgevouwen of in pakketjes verpakt. De bladen werden ook wel in lange stroken gesneden, bij elkaar gehouden met touw of een gevlochten bandje. Bij een aantal zijn de zijkanten van de stroken in rood en goud versierd of gevat in een prachtig bewerkte foedraal. Op de tentoonstelling 'De wereld van de Zwartvoetindianen' in de Kunsthal te Rotterdam, van september 2003 tot januari 2004, was een zestal voorwerpen te zien uit de collectie Sprenger, die wordt bewaard in het RMV te Leiden. Het ging hier om rijk versierde kleding en persoonlijke gebruiksvoorwerpen. Een mes en

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2004 | | pagina 164