EEN DOORE GEOPENT
19
admiraliteiten enkele galeien bouwen.67 Het was daarom niet verbazingwekkend,
dat ook in Sluis regelmatig angst bestond voor acties uit het noorden, ook al gaven
de successen van Spinola's galeien aan, dat de blokkade in de praktijk allesbehalve
effectief was. Acties hiertegen kwamen er soms van particulieren, zoals van ene
Swarte Joost, die in Sluis de galeien in brand wilde steken, maar op 16 februari
1601 bij Biervliet door de vijand werd gearresteerd.68 En een groot aantal sloepen
met tweehonderd musketiers probeerde in de nacht van 23 op 24 maart 1602 een
aanslag over water, maar werd, mogelijk door voorkennis van de vijand, ontdekt
en verjaagd.69
Ook in regeringskringen werd over operaties tegen Sluis en zijn galeien gespro
ken. Na de slag bij Nieuwpoort, nog vóór de aftocht van Maurits, overlegde een
delegatie van de Staten-Generaal met de prins, of hij nog niet iets kon onderne
men tegen de galeien van Sluis of de vijandelijke schansen bij het stadje. Maar
Maurits weigerde. Was hij nog niet door genoeg gevaren in de rug bedreigd?70 Een
ander plan kwam, najaar 1602, van regenten en Engelsen in Vlissingen. Die dron
gen er nu bij Maurits op aan het beleg van Oostende was inmiddels al ruim een
jaar aan de gang - om het eiland van Cadzand te bezetten. Als de vijand dat zou
versterken, dan was dat 'le vray couppe gorge de Zelande'. Maar Maurits verschool
zich achter de Staten-Generaal: het ging nu om Oostende en 'his Excellency is
yet unflexible'. Liever dan Cadzand leek hij nog Sluis te willen aanvallen. Zijn
beweegredenen waren de Engelsen een raadsel. Of veinsde hij alleen maar gebrek
aan interesse?71
Uiteindelijk zou een scheepsgevecht voor Sluis, op 26 mei 1603, de aanzet tot
verandering geven. Federigo kwam in botsing met vier blokkadeschepen en werd
verslagen. Hijzelf sneuvelde. Zijn overwinnaars dankten God, schreven 'hem allee-
ne den loff toe singende te gader den 34. Psalm' over God als redder uit de
nood, en gaven een penning uit met als randschrift 'Cedunt triremes navibus', de
galeien wijken voor zeilschepen.72 Maar dat hier werkelijk een omslag had plaats
gevonden, was voor de tijdgenoot niet meteen duidelijk. Nog in september
berichtten zowel de Engelse bevelhebber van Vlissingen als de Admiraliteit van
Zeeland tenminste, dat de galeien weer gereedgemaakt werden, nu door generaal
Ambrogio Spinola.73 Voorlopig voelde Zeeland, 'gelegen tegens tegenover] die
machtichste steden van den vyandt', zich nog niet veiliger.74 De Vlissingse luite
nant-gouverneur sir William Browne deed dat kennelijk evenmin. Op 14 april van
datzelfde jaar had hij geschreven: 'If things were once out of fear here I would des
ire leave to see England.' Noch in 1603 noch in 1604 verliet hij echter zijn stand
plaats.75 Het was dan ook niet zomaar dat de Staten-Generaal in oktober 1603
opnieuw aan Maurits vroegen, vóór het opbreken van zijn leger nog een korte actie
te ondernemen in Vlaanderen 'omme daermede te beproeven de galeien te ruyne-
ren' of de vijand anderszins afbreuk te doen. Maurits ging daarop echter ook dit
maal niet in.76