22
EEN DOORE GEOPENT
Afbeelding 4. Tekening van de penning geslagen ter ere van de overwinning op Spinola voor
Sluis. ZA, KZGW, Zei. 111. III-826.
1604: Sluis of Oostende?
Wat had prins Maurits toch bezield, evenals trouwens zijn neef en collega, de
Friese stadhouder Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg, om zich steeds maar
tegen een actie naar Sluis te keren? Maurits is een moeilijk te doorgronden per
soonlijkheid gebleven. Desondanks lijken zijn argumenten hier wel duidelijk. Al
in 1600 had de prins gedemonstreerd, tochten vér in vijandelijk gebied strategisch
te gevaarlijk te vinden voor zichzelf en zijn getrainde manschappen. Bovendien
ontweek hij directe confrontaties met de tegenstander in het open veld zoveel
mogelijk, grotendeels om dezelfde redenen. Nieuwpoort had naar zijn mening zijn
gelijk alleen maar versterkt. Daar kwam vanaf 1601 nog bij dat aartshertog
Albertus zijn hoofdmacht nu had geconcentreerd op Oostende. Hierdoor alleen al
was de situatie voor Staatse invallers in Vlaanderen nog gevaarlijker geworden dan
in 1600, toen het Zuidelijke leger danig verzwakt was. Maar intussen meenden de
politici, Oldenbarnevelt dikwijls voorop, wél direct nut in een rechtstreekse actie
naar bedreigde punten te bespeuren. Door deze tegenstelling werd de oorlogvoe
ring na Nieuwpoort meermalen getraineerd, ook al hielden de Staten-Generaal
formeel het laatste woord.77
Nu bevonden zich natuurlijk ook aan andere kanten van de Republiek bedreig
de plaatsen. Vlaanderen was vanaf 1601 dus niet het enige probleem voor dege
nen die probeerden de belangen van alle Zeven Provinciën tegelijk te overzien. Dat
bood weer mogelijkheden tot overeenstemming. Als Maurits op andere zwakke
plekken zou optreden, zou hij die voor de Republiek gemakkelijk kunnen
bemachtigen of versterken, omdat de vijand zijn troepen bij Oostende hield.
Tenzij Albertus zich vandaar zou laten weglokken - wat de Staatse kansen op ont
zet van Oostende vergrootte. Dit nu werd het beleid dat Maurits voorstond en
waarin de Staten-Generaal uiteindelijk wel meegingen. Diversies, afleidingsma
noeuvres, brachten de prins in 1601 naar Rijnberk en Meurs, die hij innam, en