32
EEN DOORE GEOPENT
Al zulke maatregelen zouden gemakkelijk de indruk kunnen wekken, dat na de
felle strijd van 1604 vrij snel de hoogstnoodzakelijke rust over Noordwest-
Vlaanderen neerdaalde. Maar niets was minder waar. Het jaar 1605 was nog niet
aangebroken of de onrust nam alweer toe, zowel hier als aan de overzijde van het
water, op de Zeeuwse eilanden. De vijand trok troepen samen in het Vlaamse
land, wist sir William Browne in Vlissingen al in februari, IJzendijke loopt gevaar.
Spinola gaat Sluis aanvallen, berichtten bronnen uit Den Haag in maart. Hij
beraamt vandaar een aanslag op Vlissingen, gesteund door verraders binnen de
muren, luidde het in maart/april vanuit Frankrijk en Spanje. En hij stuurt een
vloot met versterkingen uit Spanje. Die vloot kwam inderdaad, maar werd in juni
door een Staats smaldeel in het Kanaal verslagen. Al werden via deze weg nu geen
nieuwe troepen aangevoerd, toch bleef het onrustig langs de frontlijn. Eigenlijk
vonden er in deze maanden bijna dagelijks schermutselingen plaats. Dat verklaart
een nieuwe inundatie bij IJzendijke.123
Najaar 1605 bleek het Brusselse gezag een nieuw fort te bouwen tussen Damme
en Sluis. Dat wees op een beleg van Aardenburg - maar toch niet nü meer, 'in that
wet, drowned land'? En Cadzand zou aangevallen worden, 'being so neare neigh
bours'. Weer klonk er ongerustheid in deze woorden van Browne. Veelzeggend
vonden zowel hij als zijn mede-Vlissingers het ook, dat in december de
Aartshertogen een bezoek aan Brugge brachten. Dat wees op een nieuw beleg van
Sluis. Spinola zou zijn plan al hebben getrokken: het stadje moest de thuisbasis van
25 galeien worden. En uitgerekend in diezelfde maanden hadden de Staten-
Generaal het aantal legereenheden in Vlaanderen verminderd.124
In 1606 liep de onrust verder op wegens grotere vijandelijke troepenconcentra
ties en nieuwe schermutselingen. Een nieuw fort bij Eeklo wees alleen maar op het
ergste. In mei wist men dat Spinola zich niet tot het land van Sluis zou beperken.
Goes zou eveneens worden aangevallen, en misschien Bergen op Zoom ook.125 En
nu kwam de vijand inderdaad opzetten. In de nacht van 12 op 13 juni waadden
zijn troepen door het geïnundeerde land naar de verzwakte Oostpoort van Sluis en
bliezen daar de poortdeur op. Maar door een aantal toevalligheden en onhandig
heden zetten zij hun aanval niet door en kon de verdediging, die aanvankelijk niet
op haar plaats was, hen toch verdrijven. Met opluchting schreven dan ook de
Gecommitteerde Raden van Zeeland links en rechts over 'het groot peryckel' waar
in Sluis had verkeerd, en 'hoe miraculeuselick Godt allesmachtich deselve noch
heeft bewaert'De Staten-Generaal moesten nu toch wel inzien 'hoe naer wij de
Stadt van Sluijs desen voorleden nacht zyn quijt geweest'. Nu konden de
Hoogmogenden toch niet langer weigeren, meer troepen te sturen! Temeer daar
Cadzand weer werd bedreigd. Maar de heren in Den Haag bleven hun prioritei
ten anders leggen.126 En zo zou het doorgaan, tot de sluiting van het Twaalfjarig
Bestand toe.
Ja zelfs bleef er onrust tijdens de wapenstilstand. Dit kwam vooral duidelijk naar
voren bij de strijd tegen het water. Ongetwijfeld was het voor kapitaalkrachtige
investeerders interessant, de tijdens de oorlog geïnundeerde gebieden droog te leg
gen. Dat verschafte hun niet alleen agrarisch areaal en opbrengsten eruit, maar ook
enige tijd vrijstelling van heffingen die elders op grond en producten drukten.127
Daar stonden grote risico's tegenover: behalve gevolgen van watersnoden, zoals er
in 1606 één was geweest, natuurlijk vooral die van de oorlogssituatie.128 In het