f>4 allengskens eenigzins aan den damp waarin ik gehuld was. In weerwil van mijn afkeer van tabakwas ik echter genoodzaakt den raad van mijn vriend te volgen, een' cigaar van hem aan te nemen en die aan te steken. Si- milia similibus cwrantwr (gelijk wordt met gelijk genezen)zegt Hahneman en de kuur tegen den rook was bij mij ook volkomen homoöpa- tisch wat de dosis betreftwant de damp welken ik uitblies kon zeker maar op een mili- oenste of een bilioenste deel geschat worden van dien welken de Hollanders rondom zich verspreidden. Niet waar? dat helpt, zeide mijn inleider toen hij mij zag rooken. Inderdaad! was hét antwoord maar hoe maken het de dames Ik zie toch niet dat zij het middel gebruiken waardoor men het hier alleen kan uithouden. Zij maken het zoo als zij kunnen hernam mijn weinig galante Hollander. Het is wel gebeurd dat een zestal vrouwen op één avond ongesteld werden en per rijtuig naar huis moes ten gebragt wordenmaar dat is nietsmen blijft hier rooken en de dames blijven komen, zij zouden bang wezen 0111 voor nufjes ge houden te worden indien zij wegbleven. Mij dunkt toch, hervatte ik, ware ik hier lid, ik zou voorstellen om wat minder te rooken, zoowel voor de achtbaarheid dér vergadeiing, als uit eerbied en inschikkelijkheid voor de

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1854 | | pagina 110