dames. Er is hier inderdaad eens zulk een
voorstel gedaan, was het antwoord, maar de
voorsteller is bij acclamatie uit het Departe
ment gebannen geworden.
Om zich een denkbeeld te maken welke
woedende rookers de Hollanders zijn, zij luei
vermelddat een koopman die de levering van
al den benoodigden tabak van onzeregie had aan
genomen, mij verklaarde, dat hij aan menig
dorp in Holland zooveel tabak sleet, als er voor
geheel Frankrijk noodig is. Eene gansche stad
leeft van het maken van pijpen, en men moet
er zijn toevlugt nemen tot Duitschlandvooi
de aldaar benoodigde arbeiders, en het gansche
jaar door doorkruisen zwermen Duitschers het
land met manden met pijpen op den rug.
Van de wieg af wordt den Hollander met
de paplepel de pijp in den mond geduwd j het
kind slaapt, eet en beweegt zich in den rook,
tot dat het op zijn achttiende jaar als een def
tig man de wereld al rookende] intreedt.
Langzamerhand begon mijn oog dieper dooi
den rook te dringen en alles te onderscheiden.
Aan het eind der zaal stond een spreekgestoelte,
en daarvóór zaten aan eene tafel de leden van
het bestuur. Voorts zaten aan een aantal tafels
zooveel gasten als er met mogelijkheid konden
aanzitten welke tafels bedekt waren met fles-
scheu, glazen en aschbakken om de pijpen aan
te steken. Verder had elk man een opgehoopt
3.