72
4
Een tal van boomen, groot en schoon,
Te voorschijn komen, die hun kroon
Tot in de wolken stout verheffen,
En daardoor ieders aandacht treffen:
Zoo vormde zich dus, trotsch en stout,
liet Libanonsche cederenwoud.
Had men zoo'n haas in ome dagen,
Wat wonderwerken zou men wagen!
Wat waar het Sloe dan spoedig digt,
En 't Bathsche wonderwerk verrigt!
Wat poelen, plassen, zeeën, meren,
Zag men dan haast in land verkeeren!
MenYmaakte een' vaart bij Panama,
Scheidde Azië en Afrika,
Men zou rond d' aard een spoorweg leggen
Men zou maar wie kan 't alles zeggen!
Misschien wel stelde men hem aan,
Als postiljon naar Zon en Maan!
Biervliet.
^Sa-
Moeder.
"Mijn zoon! vertrouw de meisjes nooit."
Is de eerste en grootste les, die Gij mijn' Frits zult leeren.
Onderwijzer.
Mevrouwde knaap bemint de deugd en zal zijn moeders
(daden eeren.
Naar Kastner, 11.