74
Vlaanderens merkwaardigen grond. Hier én daar
ontinoette ik een' eenzamen landman, die,
gelijk ik het weder trotserend, zich spoedde
naar zijn morgenwerk. Nu en dan weergalmden
in mijn oor de statige klokketoonen die de
geloovigen der omliggende dorpen ter vroegmis
riepen. Ik meende daarin eene stem te hooren,
die ook mij noodigde, om mijnen God te ver-
heerlijken in het heiligdom Zijner schepping;
en 'tzou dacht mij niet mogen gelaakt wor
den 't zou lofwaardig zijn, indien zóó de
Christenen alom gemeenschappelijk iederen dag
godsdienstig aanvingen.
Onder zulke gewaarwordingen en gedachten
bereikte ik het dorp Hoekehelaas! mede een
nietig overblijfsel van vroegere grootheid, eens
een' welvarende plaats, die op den naam «n
de regten eener stad mogt bogen, maar thans
naauwelijks eene verzameling van huizen kan
toonendie den naam van dorp verdient,
Doch ik heb u de verdwenen' stad nog niet
opgenoemd, werwaarts ik henen ging. Indien
het opschrift het u niet reeds deed raden, laat
mij dan hier u melden, dat het Monnikereede
was. 't Is voor den gescliiedvorscher van hoog
belang, om juist te weten, waar het gelegen
was (1). En vermits daaromtrent in den laats ten
tijd twijfel ontstaan was, wilde ik beproeven, of
ik dien twijfel ééns voor altijd wegnemen en in
zekerheid veranderen kon. Ik had mij dus voor-