Die volken waren heidenen. Vooral waren
de oude bewoners sterk aan hunne gods
dienst verkleefd, en zelfs de vreemdelingen
hielden het er voor, dat zij wat meer dan
regt uit konden: want van oude tijden ge
loofde men, dat de Zeeuwsche eilanden het
geliefkoosd verblijf vau magtiger wezens wa
ren. Ook de Franken en Saxen waren heide
nen; echter kunnen onder deze beide ook wel
eenige geweest zijn, die door hun verkeer met
de Romeinen kennis aan de goddelijke open
baring haddenen die hoe gebrekkig dan ook
onderwezen, in Christus den Heer geloofden
en de afgoderij verfoeiden. Er zijn voorzeker
voor het minst in andere streken des vaderlands
sporen van bet Christendom, ook voor Vr11,-
fried en Willebrordus voorhanden, hetgeen
ook van Leknep in zijne Saxische Weezente
regt doet opmerken.
En nu kunnen wij ons dus zoo wat in het
oude Oostburg verplaatsen. Een burgt met
eene handelplaats en haven en zoo vrij won
derlijk volk, dat als ze nu eens. bijgeval terug
kouden komen, wij er voor zouden wegloopen.
En nu gaan wij eens een vierde eeuw verder.
De regering was iutusschen uit de handen
der Saxen, in die der Vriesche vorsten over
gegaanen van den kant van Utrechtwaar
zij resideerden zal er dan ook al tusschen beide