40
afzonderlijke provinciale namen niet; en als
ze er al eens van gewagen dan noemen de
Eranschen ons les Zélandaisde Duitschers
ons clie Zeiander en niemand kan liet dus ont
warren of hij moest INederla uder zelf zijn.
In liet geheel blijkt het uit gift-brieven aan
kerken, kloosters, Vorsten en Vorstinnen,
die kort na dit tijdvak gegeven zijn, dat de
Zeeuwsche eilanden en vele plaatsen daarop
dezelfde namen reeds haclden als tegenwoordig;
en de naam van Zeeuw, die even goed aan de
hier geblevene Franken als aan de Saxen en
Vriezen voegde, zal toen ook algemeen ge-
wordeu zijn. Eigenlijk wisten ze zelve niet
meer, wat ze waven en liet was maar best,
zich neutraal te houden.
Dit is echter zeker, en een ieder kan het
in Boxhorn, of in eiken anderen ouden schrij
ver geboekt vinden dat toen ter tijd op al
de Zeeuwsche eilanden van Suèvi gewag ge
maakt wordt, en hetzelfde lezen wij in het
leven van Eligius nopens Oostburg.
Het blijkt dus ten volle uit echte bescheiden
van dien tijd, dat in Oostburg en Rodenburg
andere volken dan in Braband en Vlaanderen
woonden, en dezellde als in Zeeland. Het wa
ren hier de grenssteden van een nieuw volk
dat Eligius bezocht; en daarom liet hij op
zettelijk aanteekenen, dat hij hier Suèvi vond.
Eu zoo is mijne Hoorders! dan ook een voor-