Post uit 1901 /r. J W *'u '"Cfr— ^yf) y.y Samenvatting BRIEFKAART Cf - /K XsijL CcZ:7ha /Avlt/ ,i V %&ci A-n-'p /iuZ *JZ -c\a/ZZZ "CC u 7 /yH" fry i 7iZ'— 4» 7 30 CONSENT N R. 36 VOORJAAR 2020 HOO GA ART.S Wail 'it Hoogaars van de werf van G. Boot, Delft-Vrijendam, 1877 Bron: Maritiem Museum Rotterdam. Schrijfboekje van C. Meerman met 'maten van de bootjes enz.' Bron: Coll. Historische Scheepswerf Arnemuiden. derde kwart van de negentiende eeuw. Voor de gegevens van de 20e eeuwse hoogaarzen zijn de tekeningen opgeme ten van een aantal op de werf van Van Duivendijk op Tholen ontdekte tekeningen, waaronder de vroegst bekende tekenin gen van hoogaarzen voor zowel de visserijpolitie als voor de pleziervaart. Al deze oorspronkelijke documenten geven een beeld van de ontwikkelingen van de hoogaars over een periode van ruim honderdvijftig jaar. Alle geschreven bestekken volgen de bouwvolgorde van het schip, te beginnen met de lengte van het vlak, de basis van alle afmetingen van een hoogaars. Het is daarom waar schijnlijk dat de scheepsbouwer werkte op basis van een aantal vaste verhoudingen, uitgaande van de lengte van het vlak. Het vlak blijkt een vaste lengte/breedte verhouding te hebben van 3,6 op 1. Het is druppelvormig, de ronde kant naar voren, waarbij de randen voor op de hartlijn aansluiten in een hoek van 85 tot 90 graden. Bij vroege kleine (Kinderdijkse) hoogaarzen is het vlak aan de voorzijde aanzienlijk scherper, tot zelfs lancetvormig. De hoogaars heeft rechte vallende voor- en achterstevens en de voorsteven staat bij de Kinderdijkse versie wat steiler dan bij de grote hoogaarzen. De tekeningen tonen bij jachten vaak een loefbijter en soms een beperkte vlaktilling (max. ca. 4 graden). Andere gangbare kwalificaties zoals verloop van het berghout in het achteraanzicht en het verloop van de zeeg in zijaanzicht zijn niet eenduidig te af te leiden uit de beschik bare documenten. Daarnaast worden een aantal andere afmetingen beschre ven, welke dat zijn varieert van werf tot werf. Sommige van deze afmetingen, bijvoorbeeld de zeeg, variëren met de werf waar de schepen zijn gebouwd of de thuishaven van de opdrachtgever. Uit de analyse blijkt dat voor alle bestudeerde bestekken en tekeningen, onafhankelijk van de werf of de bestemming van het schip (visserman, vrachtschip of jacht) er een tiental hoofdafmetingen zijn die, naast drie hoeken, bepalend zijn voor het aanzien van het hoogaarstype. Deze afmetingen kunnen worden weergegeven als universele verhoudingen. De kimhoek werd bepaald met een vaste mal, die per werf licht varieerde. Opvallend is dat de spreiding van de waarden van deze verhoudingen (max. ca. 20%). De relatieve spreiding biedt de noodzakelijke ruimte voor variatie, die ontstaat door de ambachtelijke bouwmethode, het gebruikte materiaal, en de wensen van de opdrachtgever. Desondanks wordt daar door de herkenbaarheid van het beeld van de hoogaars niet wezenlijk beïnvloed. De hoogaars is vermoedelijk het oudste nog bestaande en benoemde scheepstype van Nederland, ontwikkeld sinds de vroege middeleeuwen uit een punterachtig vaartuig uit de veenmoerassen tussen de Leken de IJssel. Ten gevolge van de toenemende urbanisatie in de regio (12e tot 14e eeuw) ontstond er meer handel en een behoefte aan een grotere laadcapaciteit. De oorspronkelijke 'boerenschuit' zou in verband daarmee in de loop van de veertiende eeuw zijn opgeboeid: een 'hoogere schuit' of hoogers. Het model van de hoogaars is sinds begin zeventiende eeuw niet opvallend gewijzigd, ondanks de vergroting van de lengte, het verbrede voorschip, en de introductie van het ronde achterschip en karveelbouw aan het einde van de negentiende eeuw. CONSENT NR. 36 VOORJAAR 2020 31 7 s se Havea te Tholen. - éi^y' 4 j J 7 f k .4\ Opgediept uit de prentbriefkaartenverzameling van Streekmuseum de Meëstoof in Sint-Annaland. Verbouwen betekent spullen verplaatsen. Bij het verbouwen van een museum net zo goed als bij een verbouwing aan een woonhuis. Bij dat verplaatsen kijk je toch ook wat er door je handen gaat. Deze prent briefkaart bijvoorbeeld. Gericht aan Johan die woont in waarschijnlijk de Kalverstraat in Amsterdam. Mooie foto van de haven van Tholen met voornamelijk hoogaar zen. De schrijver is kennelijk op zoek naar oesters. Zo duur dat Johan het slechte nieuws maar over moet brengen? Of gewoon een reisverslagje? Beste Johan, We zijn nu weer iets verder dan straks, 'tZonnetje schijnt lekker. Vertel je papa maar eens dat we hier al zeer mooie oesters hebben gezien, maar de prijs valt niet zeer erg mede. We moeten nu aan 't pingelen. We hebben nu laag water. Alle schepen in de haven staan droog op de grond. Nu Johan xxx maakt maar eens flink lawaai met Kootje. Allen gedag 1/1?.. (onleesbaar) Bij navraag in het stadsarchief van Amsterdam bleek dat in 1901 op het adres Kalverstraat 93 geen vishan del gevestigd was, wel W. Vermeulen, een handelaar in naaimachines en Co. en J. van Drunen, een handelaar in gouden en zilveren horloges. De kaart is in ieder geval een aardige vondst!

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2020 | | pagina 16