Dg Lemmerhengst
Een beknopte beschrijving
Je zou denken dat in de dertig voorgaande Consenten er eerder aandacht aan dit
scheepstype geschonken zou zijn. Maar dat is niet het geval. Deze omissie maken
we nu goed: in dit artikel een korte beschrijving, en, verderop, in een volgend artikel,
een weergave van een gesprek met een bouwer over de aanpak.
De oorsprong
De geboorte van de lemmerhengst
De verschillen en overeenkomsten met
een gewone hengst
10 CONSENT I NR. 37 I VOORJAAR 2021
JelleJoosse
Lemmerhengst 'De jonge Jon'
met parlevinker, omstreeks
1930 in de haven van
Hansweert.
coll. Van Beylen
De lemmerhengst is een ontwikkeling van de hengst, een
visserschip, dat vooral ingezet is voor de mossel- en garnaal
visserij vanuit de havens aan de Westerschelde. In het boek
De Hengst, waar deze beschrijving veel gegevens vandaan
heeft, pluist de auteur, Jules van Beylen, de herkomst van de
hengst uitgebreid uit. Op een schilderij van Porcellis (1584
1632), gedateerd 1622, is een hengst duidelijk te herkennen.
Het schip is drooggevallen en de bemanning raapt mossels.
Ook in oude (vooral Zuid Hollandse) geschriften komt men
de benaming tegen, al is het meestal niet duidelijk of het wel
gaat om schepen met het uiterlijk zoals op het genoemde
schilderij. Het gaat dan vooral om vracht- en veerscheepjes.
De hengst zoals we die nu nog kennen is ooit begonnen als
een kleiner scheepje met een tonnenmaat van rond de 8 ton.
In de lijst van Nederlandse vissershavens (1887) vinden vwe
dit formaat in grote aantallen in havens als Clinge (95 stuks),
Graauw (62 stuks) en Hontenisse (10 stuks). Tegen het einde
van de negentiende eeuw zijn de hengsten gegroeid in
formaat en meer verspreid over Zeeland.
CONSENT NR. 37 VOORJAAR 2021
11
Tekening, vermoedelijk naar aanleiding van de
eerste lemmerhengst firma De Klerk.
van Beylen,2007, p 47
CnKTlGEW*
I.-- y^ssar
jU
Van deze schepen zien we nog steeds een aantal in onze
contreien rondvaren, we noemen hier de D'n Bruinen, Jan
Korneel, TH49 (De Drie Gebroeders), Pegasus, en De Jonge Joseph.
Als de hengst vergeleken wordt met het andere, meer
bekende, Zeeuwse visserschip, de hoogaars, dan zegt men
iets als 'de hengst is echt een stoer werkpaard, terwijl de
hoogaars met zijn slanke vormen roept, 'Opzij, ik kom er aan!'.
Hoe het ook zij, schepen maken een ontwikkeling door. Ze
veranderen voortdurend, vooral ook omdat hun gebruik
voortdurend geoptimaliseerd wordt in de evenzeer voortdu
rende veranderingen in hun gebruiksomstandigheden. Zo
ontstaat ook de lemmerhengst.
Tegen het einde van de 19e eeuw leerden de Zeeuws Vlaamse
hengsten (en hoogaarzen) de lemmeraak kennen als concur
rent bij de vaart op de Zuiderzee toen de verschillende typen
schepen ingezet werden bij het halen van mosselzaad. De
schippers van Bruinisse gebruikten veelal lemmeraken, ook
lemmerjachten genoemd. Ongeladen op de heenweg deden
de hengsten niet onder voor de aken. Maar op de terugweg,
volgeladen, lieten de aken hun ronde kont zien aan de hengs
ten. Het is een groot voordeel om eerder op de markt te zijn
met de koopwaar! En zo groeide de vraag om een sneller
schip. Waarom dan niet meteen een lemmeraak genomen?
Het antwoord daarop is wel duidelijk: een lemmeraak is een
rond schip met een ondiepe kielbalk en een rond, getild vlak.
En dat is bepaald een nadeel als je regelmatig wilt droogval
len! Het moest dan maar een kruising worden, gericht op de
praktijk van de mosselvisserij en met behoud van alle goede
vaareigenschappen.
Een 'ronde konte', ook wel een 'lemmergat' of'boeiergat' leek
de belangrijkste oplossing te zijn. Enerzijds 'laat die vorm het
water beter los', anderzijds geeft ze meer draagvermogen, dus
meer snelheid aan het beladen schip. Maar het platte vlak van
de hengst bleef.
De eerste lemmerhengst liep in 1899 van de helling bij de
Werf J.F. de Klerk te Kruispolder.
In de bouwlijst werd vermeld: 1899, nr. 342 Wegens een
Nuiewen Huingst, Model Lemmer-Huingst, groot 35 voet Vlak met
bylevering van masten giek Roer en zwaarden en 2 boomen en 2
riemen en 1 aak gebogen gaffel en 2 pompen.
(De Hengst- J. van Beylen, 2007 p. 48)
Later in het jaar volgde nog een tweede lemmerhengst.
Links hengst, rechts lemmerhengst,
tekeningen Maurice Seghers.
Seghers en De Bock, 1962
Het tweedelige berghout van de hengst links is vervangen
door een doorlopend berghout bij de lemmerhengst, zoals bij
de lemmeraak en de hoogaars.
De overnaadse gangboorden van de hengst werden vervan
gen door vier even brede, gladboordig gelegde gangen,
waarvan de onderste een kleine hoek maakte met het vlak.
Op de bovenstaande bouwtekening is dit goed te zien.