Hog alles anders werd
sty///H// 4* -
Verslag van de restauratie van
De restauratie
16 CONSENT NR. 37 VOORJAAR 2021
Cees Droste
Het lijkt of je naar twee verschillende schepen kijkt als je deze
twee foto's ziet. De linker foto is genomen in 1964 in Sloten, de
rechter op de tentoonstelling Boot Düsseldorf in 2007.
Ons verhaal begint in 2014 als Peter Hamer mij erop atten
deert dat er een klein hoogaarsje in een loods op bedrijven
terrein Arnestein ligt te verkommeren en nog erger; wanneer
er geen uitzicht is op restauratie zal het gesloopt moeten
worden. Dit ondanks dat het in 2007 nog als trekpleister op
Bootshow Düsseldorf had gestaan en er een comité met klin
kende namen zich gevormd had rondom het scheepje.
Peter zat. met slopen in zijn maag en dat was de reden dat ik
naar het hoogaarsje ging kijken. Er zijn dingen die je beter niet
kan doen en dit was er een van. Wat ik daar aantrof was schrik
ken, wat een lelijk casco stond daar tussen allerlei rommel. Ik
kon mij op dat moment wel voorstellen dat daar moeilijk lief
hebbers voor te vinden waren.
Het bloed kruipt echter waar het niet gaan kan en de nieuws
gierigheid won het van mijn eerste indruk. Ik ben met enige
moeite het casco, of van wat er nog van over was, ingekropen
en daarmee begon de redding van het Seepaerdje.
Waar vroeger de mastbank had gezeten ontdekte ik kepen in
het restant van de oude spanten. Deze wezen erop dat daar
een mastbank ter hoogte van de dolboom had gezeten en
CONSENT NR. 37 VOORJAAR 2021 17
Chris Visser
Nol (Arnold) Visser
dat wijst erop dat het scheepje als open hoogaars op stapel
was gezet. Dit werd ook nog eens bevestigd door de zware
spanten in het achterschip die aangaven dat daar een zware
doft gezeten had.
Het was duidelijk dat dit hoogaarsje niet als een jacht was
opgezet maar als open werkscheepje. Nu werd het interessant.
Peter was ondertussen in de historie gedoken en ook daar
vielen bestaande feiten om.
Het Seepaerdje bleek niet in 1937 bij scheepswerf Meerman te
zijn gebouwd, maar bij deze werf in de oorlogsjaren 1941/1942
gebouwd te zijn op de hoop (eigen risico). Nog tijdens de
bouw werd het scheepje verkocht aan werf De Ster in Korten-
hoef. Aan Meerman werd de opdracht gegeven er een kajuit
op te plaatsen.
Ook kwamen tijdens de restauratie de namen te voorschijn
van de scheepstimmerlieden die aan het scheepje gebouwd
hadden, zij werkten in die jaren bij Meerman. Het gaat om de
gebroeders Visser uit Noord Holland die in die oorlogsjaren
waarschijnlijk uitgeweken waren naar Zeeland. Later hadden
zij een scheepswerf in Vlissingen; de Zeehondenwerf. (zie ook
Consent 2020: Van Kajak tot Kempenaar).
Al met al raakte ik enthousiast en toen Liesbeth, mijn steun en
toeverlaat, het scheepje zag werd het een gedeeld enthou
siasme, zij nam het financiële gedeelte op zich en ik het
ambachtelijke.
Het Seepaerdje was gered.
Met de geweldige medewerking van de familie van Wingen
en loonbedrijf op't Hof werden de schamele resten naar
Baarland getransporteerd en op het weitje van Mevrouw
Mol neergezet, dit alles geheel belangeloos. De restauratie
kon beginnen. Eerst moesten we het casco stellen, wat niet
eenvoudig was, tijdens de inspectie was ik al een keer spon
taan door het vlak gezakt en stond met beide benen in de
Zeeuwse klei.
Daar stond ze dan zo, goed als mogelijk gesteld in het open
veld. Wat aan het casco opviel was de verscheidenheid aan
maten van het hout en ook dat ze niet echt symmetrisch was
gebouwd.
Duidelijk een oorlogskindje, men moest roeien met de riemen
die men had, dat gold ook voor de materialen, het was alle
maal wat schrielig.
Wat bijzonder is dat in het bestek vermeldt stond dat het
scheepje geheel in eiken gebouwd zou zijn terwijl al eerder
beschreven werd dat het vlak in olmenhout uitgevoerd was!
Dit werd trouwens wel vaker gedaan in verband met de
kosten.
Ik heb besloten alles in eiken uit te voeren, dus ook het vlak, dit
in verband met de duurzaamheid want olmen is niet geschikt
in zoet water.
De tweede keus die we moesten maken; wordt het een jacht
of een open hoogaars. We besloten het laatste want zo was