21
20
NEDERLAND.
151.
152.
nil.
BUITEN
EUROPA.
162.
EUROPA.
153.
163.
164.
154.
155.
ge-
156.
157.
158.
159.
den Congo.
nauwe opening.
roode aarde met twee ooren eninhetmii-
waarvan een bij Nij-
Gedeelte van een urn, met stukjes been, afkomstig
van een hunnebed te Rolde.
Een fragment van een steenen ornamentmet As-
syrisch of Asiatisch hoofdmisschien uit oud ’s Gra_
venhoecke.
In de kamer hangt de kaart
’.linde kaart van
IJ. M. Bourdrez
de plaatsen waar
vonden.
Eene groote menigte stalen van grondboringen uit Zee
kind Zie dr. Seelheim, Grondboringen in Werken
bon. Acad. 1879 bevinden zich in een ander lokaal.
van Zeeland benevens eene
Zeeland, vervaardigd door de heeren
en A. Huysmantot aanduiding van
de tentoongestelde voorwerpen zijn
Twee Romeinsche graflampjes
megen gevonden.
eene Paalwoning in Zwitserland.
ooren met langen hak.
aan
Drinkschaal van romeinschen oorsprong, vervaardigd
van eene soort van witte krijtaarde. De bovenste
buitenrand is met keepjes voorzien het overige glad
en effen.
Egyptische mumie.
Twee stukken gebeeldhouwd marmer, afkomstig van
de kantlij st van een gebouw uit Carthago.
Een graflampje uit Carthago.
Stuk van een tempeltrap uit Java voorstellende een
menschengelaat.
Tranenfleschje uit Athene.
Steenen kop en fragment van een kapiteel eener
kolom.
Twee kleine vaatjes van Romeinschen oorsprong,
het eene van bruine, het andere van witte aarde;
op een daarvan sporen van schilderwerk.
Groote kanvolgens den gever een urnmet twee
ooren en
Kan van
den eene vernauwing.
Kan van roode aarde, zonder
overeenkomende met de vormen
|r
160.
Zie Verh. Z. G.,
165.
Not. 30 December 1777.
Verh.
Not.
dl. VI, bladz. xxvi.
Stukjes hout uit
158 is niets bekei d,
t van SpexalthsM
Afkomstig uit het kabinet van Smetius.
Not. 29 Juli 1777.
Van den oorsprong van no. 156, 157 en J
dan dat zij afkomstig zijn uit het kabinet
no. 156.
Zie Smetius, Antiq. pag. 157. Verh. Z. G., dl. VI, bladz. xx.
Deze nog geheel gave Mumie is reeds in 1782 aan het Ge
nootschap geschonken.
Not. 15 Oct. 1817.
Vgl. over dit merkwaardig fragment Stamfort Raffly, History
of Java II5 15.
In 1819 in een graf gevonden door den chir. maj. der marine
Tappert. Not. 13 Oct. 1845.
Afkomstig uit Pompeji.
Z. G., dl VI, bladz. xix.
Afkomstig uit het kabinet van den heer Spex. Zie Verh.
7j. G., dl. VI, bladz. xxin. Smetius, Antiqpag. 116.
25 Febr. 1777.